HV2 week 41

HV2 week 41
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

HV2 week 41

Slide 1 - Tekstslide

1HV1 Première leçon
Les objectifs :
  • Chapitre 1 Un, deux, splash!
*Je kunt een weerbericht begrijpen
*je kent de woorden die met het weer te maken hebben.
Le programme :
  • Apprendre:
  • Voca B page 50
  • Phrases Cles C page 52
  • Faire 9-15
Bonjour! Bienvenue à la semaine quarante-et-un.

Slide 2 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • SO bespreken zodra iedereen het heeft gemaakt
  • Controler les devoirs (donderdag ex 1-8)
  • Lesson up / herhaling / passe compose
  • ex 13,14,15
  • Au travail

Slide 3 - Tekstslide

il fait chaud =

Slide 4 - Open vraag

in Frankrijk
A
en France
B
au France
C
à France

Slide 5 - Quizvraag

in Nederland =
A
au Pays-Bas
B
aux Pays-Bas
C
à Pays-Bas
D
dans les Pays-Bas

Slide 6 - Quizvraag

LE PASSÉ COMPOSÉ 

Slide 7 - Tekstslide

De werkwoorden op -ER

Slide 8 - Tekstslide

De werkwoorden op -ER
= Ik eet een banaan
= Ik heb een banaan gegeten

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een passé composé?
De passé composé is hetzelfde als in het Nederlands het voltooid deelwoord.

Ik heb gelopen / wij hebben gefietst / zij zijn gegaan
(je hebt iets gedaan)

Slide 10 - Tekstslide

Hoe maak je een passé composé?
STAPPENSCHEMA

Slide 11 - Tekstslide

STAP 1
Kies voor de passé composé de juiste 
vorm van  

..............

Slide 12 - Tekstslide

STAP 1
Kies voor de passé composé de juiste 
vorm van  

AVOIR

Slide 13 - Tekstslide

STAP 1
Ik heb                                    = J'ai
Jij hebt                                  = Tu as 
Hij/zij heeft                         = Il/elle/on a
 wij hebben                         = Nous avons 
 jullie hebben / u heeft   = Vous avez 
zij hebben                            = Ils / elles ont 

Slide 14 - Tekstslide

STAP 1
Ik heb                                    = J'ai
Jij hebt                                  = Tu as 
Hij/zij heeft                         = Il/elle/on a
 wij hebben                         = Nous avons 
 jullie hebben / u heeft   = Vous avez 
zij hebben                            = Ils / elles ont 

Slide 15 - Tekstslide

STAP 1
Ik heb                                    = J'ai
Jij hebt                                  = Tu as 
Hij/zij heeft                         = Il/elle/on a
 wij hebben                         = Nous avons 
 jullie hebben / u heeft   = Vous avez 
zij hebben                            = Ils / elles ont 

Slide 16 - Tekstslide

STAP 2
Maak het voltooid deelwoord 
(in dit geval met een werkwoord op -ER)
donner

Slide 17 - Tekstslide

Voltooid deelwoord zelf maken:
donner
donné

Slide 18 - Tekstslide

Voilà! Le passé composé
WW
Passé Composé
Exemple
donner
donné
J'ai donné (ik heb gegeven)
parler
parlé
J'ai parlé (ik heb gesproken)
manger
mangé
J'ai mangé (ik heb gegeten)

Slide 19 - Tekstslide

Uitzonderingen
WW
Passé Composé
Exemple
Avoir
eu
Tu as eu (jij hebt gehad)
Être
été
J'ai été (ik ben geweest)
Faire
fait
Tu as fait (jij hebt gemaakt)

Slide 20 - Tekstslide

Uitzonderingen
WW
Passé Composé
Exemple
Avoir
eu
Tu as eu (jij hebt gehad)
Être
été
J'ai été (ik ben geweest)
Faire
fait
Tu as fait (jij hebt gemaakt)
 Uit je hoofd leren!

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Nu JIJ!!!

Slide 24 - Tekstslide

Wat is de passé composé?

Slide 25 - Open vraag

Ik heb gewonnen
GAGNER (=winnen)
Welke is de Passé composé?
A
J'ai gagnée
B
J'ai gagner
C
Je ai gagné
D
J'ai gagné

Slide 26 - Quizvraag

Welke zin is de passé composé?
A
Je mangé une pizza
B
J'ai mangé une pizza

Slide 27 - Quizvraag

Hij heeft gekeken
(regarder, passé composé) ?
A
Il regarde
B
Il a regarde
C
Il a regardé
D
Il as regardes

Slide 28 - Quizvraag

Vous........ (parler)
(passé composé)
A
avez parler
B
avez parlé
C
avez parlée
D
avons parler

Slide 29 - Quizvraag

Bron C
ex. 13,14,15

Als je je boek mee hebt kijk mee
Prend ton livre à la page trente

Slide 30 - Tekstslide