Ingezonden brief: opdracht argumentatieschema's

Soorten argumenten
Je kunt in je redenering verschillende soorten argumenten gebruiken.
Vandaag oefenen we verschillende soorten argumenten
Theorie: [65]: p.224/225 van Op Niveau 4/5H
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Soorten argumenten
Je kunt in je redenering verschillende soorten argumenten gebruiken.
Vandaag oefenen we verschillende soorten argumenten
Theorie: [65]: p.224/225 van Op Niveau 4/5H

Slide 1 - Tekstslide

Russische leiders zijn niet gewend om kritiek te krijgen en kunnen daar niet goed mee om gaan. Niet zo verwonderlijk dus dat Poetin zo heftig op die bloggers reageert.
A
Voorbeeld
B
Kenmerk of eigenschap
C
Geloof
D
Normen en waarden

Slide 2 - Quizvraag

Je kunt absoluut niet op hem rekenen. Zo kwam hij gisteren zonder af te bellen niet opdagen en toen hij dat verjaardagscadeautje zou kopen, was hij het ook vergeten.
A
Kenmerk of eigenschap
B
Oorzaak-gevolg
C
Voorbeeld
D
Vergelijking

Slide 3 - Quizvraag

Soaps zijn verslavend. Professor Ten Have heeft het aangetoond.
A
Autoriteit
B
Voorbeeld
C
Voor- en nadelen
D
Oorzaak-gevolg

Slide 4 - Quizvraag

We moeten af van al die kleine politieke partijen. Want hierdoor heb je minder kans op een evenwichtige en duurzame regering.
A
Voorbeeld
B
Autoriteit of gezag
C
Oorzaak-gevolg (causaliteit)
D
Vergelijking

Slide 5 - Quizvraag

Jeroen is eigenlijk nog een groot kind, want het liefst speelt hij nog met lego
A
Vergelijking
B
Kenmerk of eigenschap
C
Voorbeeld
D
Oorzaak-gevolg

Slide 6 - Quizvraag

Dat woord moet met (korte) ei. Kijk maar in Van Dale.
A
Voorbeeld
B
Autoriteit of gezag
C
Kenmerk of eigenschap
D
Vergelijking

Slide 7 - Quizvraag

Het is zinloos de verkoop van verdovende middelen te verbieden. Kijk maar naar Amerika, daar is het vroeger ook niet gelukt de alcohol uit te bannen door de verkoop ervan te verbieden.
A
Vergelijking
B
Oorzaak-gevolg
C
Voorbeeld
D
Autoriteit of gezag

Slide 8 - Quizvraag

Als je 4 havo overdoet, dan krijg je wel een goede basis om in 5 havo met goede cijfers te slagen. Daar staat tegenover dat je het weliswaar heel zwaar krijgt als je overgaat naar 5 havo, maar dat je ook een kans hebt dat je meteen slaagt. Als ik jou was, zou ik het proberen in 5 havo.
A
Vergelijking
B
Voorbeeld
C
Voor- en nadelen
D
Kenmerk of eigenschap

Slide 9 - Quizvraag

De laatste jaren is boodschappen doen stukken duurder geworden. De invoering van de euro heeft namelijk geleid tot prijsopdrijving.
A
Voorbeeld
B
Kenmerk of eigenschap
C
Vergelijking
D
Oorzaak-gevolg (causaliteit)

Slide 10 - Quizvraag

Je moet meer vis eten. Onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen toonde dit onlangs weer aan.
A
Voorbeeld
B
Kenmerk of eigenschap
C
Autoriteit of gezag
D
Oorzaak-gevolg

Slide 11 - Quizvraag

Aan de slag:
Heb je weektaak 2 al ingeleverd? 
Heb je een boek (niveau 3) uitgezocht en ingevuld in het excell-document (TEAMS)
> lezen in je boek
> geen boek: uitleg boek zoeken

Slide 12 - Tekstslide