Les 2 10.6

Ontwikkelingspsychologie
 Methodisch begeleiden: problemen, stoornissen, passend onderwijs, sociale kaart, etc.

Periode 8
 

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
OntwikkelingspsychologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Ontwikkelingspsychologie
 Methodisch begeleiden: problemen, stoornissen, passend onderwijs, sociale kaart, etc.

Periode 8
 

Slide 1 - Tekstslide

Inhoudsopgave
Vorige keer 
Tot nu toe behandelde stof dit jaar
Vandaag: 10.6 aandachtsstoornissen

Herhaling onderwerpen

Slide 2 - Tekstslide

Planning periode 8

Slide 3 - Tekstslide

10.6 Aandachtsstoornissen
Aandachtsstoornissen: gebrek aan concentratie (aandacht).
We onderscheiden;
  • Het gecombineerde type (ADHD)
  • Het overwegend onoplettende type (ADD)
  • Het overwegend hyperactieve, impulsieve type (HD)

Slide 4 - Tekstslide

10.6 Aandachtsstoornissen
Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD)
  • Onrust, actief, impulsief en ongeconcentreerd.
  • Vaak zeer sportief, inventief (ondernemend) en creatief.
  • Voor 70% erfelijk bepaald




Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

10.6 Aandachtsstoornissen
Kenmerken van ADHD op school:
  • Moeite met doorzetten
  • Snel afgeleid, blijft afgeleid
  • Moeite met wisselen van taken
  • Moeite met plannen en taken overzien
  • Doet eerst, denkt later
  • Friemelt en wiebelt
  • Onderbreekt anderen en praat aan een stuk door etc.

Slide 7 - Tekstslide

10.6 Aandachtsstoornissen
Kernwoorden van ADHD:
  • aandachtstekort (makkelijk afgeleid)
  • hyperactiviteit (rusteloos en nerveus)
  • impulsiviteit (antwoord geven voor de vraag gesteld is)

Slide 8 - Tekstslide

10.6 Aandachtsstoornissen
Attention Deficit Disorder (ADD): concentratiestoornis zonder hyperactiviteit!


Vertraagde informatieverwerking. Dromerig.
 
Kenmerken;
  • Presteren wisselvallig
  • Vaak onzeker en faalangstig
  • Moeite met plannen en organiseren
  • Chaotisch
  • Maken steeds dezelfde fouten
  • Moeite met aanleren van regels (bv. spelling)

Slide 9 - Tekstslide

10.6 Aandachtsstoornissen
Hyperactivity Disorder (HD):een stoornis met alleen hyperactiviteit en impulsiviteit.

Dingen doen zonder erbij na te denken.
Oncontroleerbare woede-, angst- en driftbuien.
Kan zich juist wel goed concentreren.

Slide 10 - Tekstslide

Welke onderwerpen herhalen?

Slide 11 - Woordweb

Hoogsensitief
https://www.leraar24.nl/121319/voorkom-overprikkeling-bij-hooggevoelige-leerlingen/ 

Slide 12 - Tekstslide

Herkenbaar?
  • Schrikt snel (ja/nee)
  • Heeft last van kleren die kriebelen, naden in sokken of kledingmerkjes tegen zijn/haar huid (ja/nee)
  • Houdt over het algemeen niet van grote verrassingen (ja/nee)
  • Leert meer van een vriendelijke terechtwijzing dan van een strenge straf (ja/nee)
  • Lijkt mijn gedachten te kunnen lezen (ja/nee)

Slide 13 - Tekstslide

Nog meer kenmerken.. 
  • nemen gedetailleerder, subtieler en intenser waar
  • zijn erg gevoelig voor prikkels van buitenaf
  • hebben meer moeite en meer tijd nodig om indrukken te verwerken
  • hebben een diep en rijk innerlijk leven; dromen, fantaseren en overwegen veel
  • ervaren eigen emoties en de emoties van anderen intenser
  • hebben moeite met planning en het verkrijgen van structuur
  • kunnen verlegen overkomen maar zijn dat veelal niet
  • zijn vaak plichtsgetrouw en perfectionistisch
  • hebben relatief meer en sneller last van stress, spanning en fysieke klachten, zoals hoofdpijn, allergieën, maag/darmklachten en chronische vermoeidheid

Slide 14 - Tekstslide

Weet je dat.. 
  • Hooggevoeligheid komt bij 15 tot 20 procent van de mensen voor
  • Hooggevoelige kinderen kunnen intens zintuiglijk waarnemen
  • Hooggevoelige mensen voelen sferen, situaties en emoties goed aan, maar weten dit niet altijd goed te plaatsen
  • Essentieel om deze kinderen een veilige omgeving, op school en in de klas, te bieden
  • Hooggevoelige mensen hebben een sensitief zenuwstelsel

Slide 15 - Tekstslide

Tips voor leraren zijn
  • Overzichtelijk klaslokaal
  • Structuur in je les, wees voorspelbaar en consequent
  • Vermijd stress (bijvoorbeeld bij toetsen)
  • Rustmomenten met ontspannende activiteiten zoals meditatie of kinderyoga
  • Veilige open sfeer creëren en stimuleer leerlingen hun gevoelens onder woorden te brengen
  • Investeer in één-op-ééngesprekjes zodat het kind zich gezien en gehoord voelt
  • Zoek een balans tussen stimuleren en beschermen
  • Observeer goed en zorg voor positieve sociale interactie tussen leerlingen onderling en tussen jou en de hooggevoelige leerling

Slide 16 - Tekstslide

Vragen of opmerkingen?

Slide 17 - Tekstslide