20240117 Mask BASVMBO leerjaar 1 Thema's pol-jur 6

BASVMBO











David Lindenaar
Docent burgerschap en maatschappijleer & -kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie
david.lindenaar@vonknh.nl


Maatschappijkunde
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

BASVMBO











David Lindenaar
Docent burgerschap en maatschappijleer & -kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie
david.lindenaar@vonknh.nl


Maatschappijkunde

Slide 1 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

AFSPRAKEN 
1. Kom op tijd.

2. Neem altijd jouw spullen mee. Je neemt elke les een opgeladen laptop, boek en pen mee.

3. Telefoon in de tas, dopjes uit, smartwatch verbinding uit.

4. Jas uit, tas van tafel en niet eten in de les.

5. Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis. Gebruik de e-mail die ik elke les verstuur.

6. Sla geen vragen over en antwoord altijd met uitleg.

Slide 3 - Tekstslide

Maatschappijkunde: 
Thema's kgt examenkatern plu. sam.
LESSEN VOOR SO 2:
27-11: 1: Cultuur en identiteit
29-11: 2: De pluriforme samenleving
04-12: 3 Migratie naar Nederland
06-12: 4 Samenleven
11-12: 5 Integratie gaat niet 
vanzelf
13-12: 6 Maatschappelijke 
positie



  
LESSEN SO 3:
18-12: 1. De maatschappij en de politiek
20-12: 2. Rechtsstaat, democratie en dictatuur
08-01: 3. Politieke partijen
10-01: 4. Politieke stromingen
15-01: 5. Kabinet en regering
17-01: 6. Het parlement
22-01: 7. Politieke besluitvorming
24-01: herhaling voor de toets
& afronding po

Toetsweek 2:
ma 29-01 t/m vrij 02-02


Slide 4 - Tekstslide

Terugblik op 15-01: 

5. Kabinet en regering

Slide 5 - Tekstslide

5.1 De kabinetsformatie


Kabinet: Alle ministers en hun staatssecretarissen samen.

Regering: De ministers samen met de koning, dus zonder
staatssecretarissen.

Kabinetsformatie: De onderhandelingen over welke partijen gaan regeren.


Coalitie: Twee of meer partijen die samen de regering vormen.


Slide 6 - Tekstslide

5.1 De kabinetsformatie


Er zijn twee voorwaarden voor samenwerking:

  1. Eens zijn over het beleid. De plannen die een kabinet heeft voor de toekomst van Nederland.

  2. Graag een meerderheid in de Tweede Kamer.



Slide 7 - Tekstslide

5.1 De kabinetsformatie


Verloop van de kabinetsformatie:

  1. Onderzoek
  2. De informatie
  3. De formatie
  4. De beëdiging


Slide 8 - Tekstslide

5.1 De kabinetsformatie


Machtsmiddelen: Het kabinet beschikt over een aantal machtsmiddelen:

  1. De regeringspartijen hebben samen een meerderheid in het parlement
  2. De ministers krijgen hulp van veel deskundige ambtenaren.
  3. Alle afspraken zijn vastgelegd in het regeerakkoord, waarmee de regeringspartijen hebben ingestemd.
  4. Het kabinet kan dreigen met een kabinetscrisis.





Slide 9 - Tekstslide

5.2 Taken van de regering


Elke minister heeft zijn eigen beleidsterrein.

Een minister heeft vaak een staatssecretaris naast zich.
Een soort hulpminister die verantwoordelijk is voor een deel van
het beleidsterrein van de minister.

De ministers vormen samen de ministerraad.



Slide 10 - Tekstslide

5.2 Taken van de regering


Elk jaar op de derde dinsdag in september is het Prinsjesdag.

Troonrede: Een overzicht van wat de ministers hebben bereikt en welke
plannen ze hebben voor het komende jaar.

Rijksbegroting: Het overzicht van alle inkomsten en uitgaven voor het komende jaar.

Algemene beschouwingen: Een debat over de plannen van het kabinet met de minister-president.




Slide 11 - Tekstslide

5.2 Taken van de regering



Nederland is een constitutionele monarchie, Een staatsvorm waarin de taken en bevoegdheden van het staatshoofd zijn beperkt door de grondwet.

Ministeriële verantwoordelijkheid: Het kabinet is verantwoordelijk voor het bestuur van ons land én voor alles wat de koning in het openbaar zegt en doet.

De koning is onschendbaar: De koning hoeft aan niemand uit te leggen wat hij doet of waarom hij iets doet.



Slide 12 - Tekstslide

5.2 Taken van de regering


De koning heeft als staatshoofd enkele belangrijke taken:


  1. Beëdigen
  2. Symbolische functie
  3. Ceremoniële functie
  4. Representatieve functie

Slide 13 - Tekstslide

17-01:

Les 6. Het parlement

Slide 14 - Tekstslide

Lesdoel 17-01:

Les 6. Het parlement

  • 6.1 Het parlement


  • 6.2 Rechten van het parlement



DEZE LES MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:
Les 6. Het parlement (pag. 66-75)
opdrachten 01 - 17 + Begrippen en samenvatting

Slide 15 - Tekstslide

Zelfwerktijd 15-01: 

Les 6. Het parlement
Pagina 74 - 75: 
Begrippen en samenvatting
timer
15:00
Les 6:
pag. 66-75
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10





11
12
13
14
15
16
17



Begr
Samenv

Ben je klaar? Werk verder.

Slide 16 - Tekstslide

6.1 Het parlement

Het parlement bestaat uit twee Kamers.
  • De Tweede Kamer heeft 150 leden
  • In de Eerste Kamer heeft 75 leden.

Fractie: Een of meer personen van een politieke partij in een
volksvertegenwoordiging.

Fractievoorzitter: De belangrijkste woordvoerder van de fractie.



Slide 17 - Tekstslide

6.1 Het parlement

De coalitiepartijen steunen de regering.

Oppositiepartijen: De politieke partijen die niet in de regeringscoalitie zitten.

Compromissen: afspraken waarbij alle partijen een beetje
toegeven.



Slide 18 - Tekstslide

6.1 Het parlement

Wat doet het parlement?

De twee belangrijkste taken van het parlement zijn:
  • Wetten maken.
  • Controle van de regering. (controle van de uitvoerende macht)



Slide 19 - Tekstslide

6.1 Het parlement

Slide 20 - Tekstslide

Zelfwerktijd 15-01: 

Les 6. Het parlement
Pagina 66 - 69: 
Vragen 01 - 08
timer
20:00
Les 6:
pag. 66-75
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10





11
12
13
14
15
16
17



Begr
Samenv

Ben je klaar? Werk verder.

Slide 21 - Tekstslide

6.2 Rechten van het parlement

Wetgevende taken: 

Budgetrecht: Recht om de rijksbegroting goed of af te keuren.
Recht van initiatief: Recht om zelf wetsvoorstel in te dienen. Dit recht geldt enkel voor de Tweede Kamer.
Recht van amendement: Recht om wijzigingen in een wetsvoorstel aan te brengen. Dit recht geldt enkel voor de Tweede Kamer.

Slide 22 - Tekstslide

6.2 Rechten van het parlement

Controlerende taken: 

Vragenrecht: Kamerleden mogen schriftelijk of in de Kamer vragen stellen aan het kabinet.
Enquêterecht: Kamerleden mogen een onderzoek starten naar een onderdeel van het regeringsbeleid.
Motierecht: Door het aannemen van een motie verzoekt de Kamer een minister om haar beleid te veranderen.

Slide 23 - Tekstslide

6.2 Rechten van het parlement

Slide 24 - Tekstslide

6.2 Rechten van het parlement


Verhouding tussen regering en parlement:

  1. Informatieplicht
  2. Verantwoordingsplicht
  3. Ministeriële verantwoordelijkheid
  4. Motie van wantrouwen
  5. Kabinetscrisis


Slide 25 - Tekstslide

Zelfwerktijd 15-01: 

Les 6. Het parlement
Pagina 70 - 73: 
Vragen 09 - 17
timer
20:00
Les 6:
pag. 66-75
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10





11
12
13
14
15
16
17



Begr
Samenv

Ben je klaar? Werk verder.

Slide 26 - Tekstslide

Hoe gaat het met jouw PO?
  • Bart
  • Michelle
  • Roxanne

Slide 27 - Tekstslide

Terugblik 17-01:

Les 6. Het parlement

  • 6.1 Het parlement


  • 6.2 Rechten van het parlement



DEZE LES MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:
Les 6. Het parlement (pag. 66-75)
opdrachten 01 - 17 + Begrippen en samenvatting

Slide 28 - Tekstslide