H1.4 - Afsluitende les

Ga op de goede plek zitten! Leg het volgende op je tafel: aantekeningenschrift + pen. Je laptop en telefoon gaan in je tas. 

Hallo 3a! Zorg dat je op de JUISTE plek gaat zitten. log in op de lessonup. 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ga op de goede plek zitten! Leg het volgende op je tafel: aantekeningenschrift + pen. Je laptop en telefoon gaan in je tas. 

Hallo 3a! Zorg dat je op de JUISTE plek gaat zitten. log in op de lessonup. 

Slide 1 - Tekstslide

Ga op de goede plek zitten! Leg het volgende op je tafel: aantekeningenschrift + pen. Je laptop en telefoon gaan in je tas. 

Hallo 3b Mavo! Zorg dat je op de JUISTE plek gaat zitten. zorg dat je bent ingelogd op de lessonup.

Slide 2 - Tekstslide

Ga op de goede plek zitten! Leg het volgende op je tafel: aantekeningenschrift + pen. Je laptop en telefoon gaan in je tas. 

Hallo R3C! Zorg dat je op de JUISTE plek gaat zitten. Zorg dat je een GESLOTEN laptop op tafel hebt liggen. 

Slide 3 - Tekstslide

Ga nu zelf aan de slag
Wat? Ga aan de slag met de diagnostische toets van H1 - Deze vind je onder ''afsluiting''.

Hoe? De eerste 5 minuten zijn stil. Daarna mag je fluisterend overleggen.

Hoe lang? Tot het einde van de les

Klaar? Maak de test jezelfs + andere opdrachten af van de paragrafen.

Slide 4 - Tekstslide

1.4 Elektriciteit en Veiligheid

Slide 5 - Tekstslide

Hoe zat het met de stroomsterkte die het lichaam ingaat?
-Contactweerstand
-Lichaamsweerstand

Slide 6 - Tekstslide

1.4 Elektriciteit en veiligheid
Gevaren van elektriciteit
  • Hoe groot de stroomsterkte is hangt af van de spanning en de weerstand van je lichaam, je lichaam geleidt de stroom vrij goed: lichaamsweerstand
  • De grootste weerstand vindt plaats op waar de stroom het lichaam in- en uitgaat: aanrakings- en contactweerstand 
Hoe droger de huid, des te groter wordt de weerstand.

Slide 7 - Tekstslide

Soorten weerstand
Lichaamsweerstand: de totale weerstand van je lichaam


Contactweerstand; de weerstand waar de stroom het lichaam in gaat. (klein bij natte huid)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Hiernaast zie je een aardlekschakelaar. Wat is de functie van een aardlekschakelaar?
A
Aardlek schakelt bij overbelasting uit
B
Als er stroom weglekt naar aarde schakelt de aardlek uit
C
Aardlek is er om de elektrische installatie in of uit te schakelen
D
Aardlek meet het vermogen in de elektrische installatie

Slide 10 - Quizvraag

Waar tegen beschermt een zekering?

Een zekering voorkomt ......
A
Kortsluiting
B
Overbelasting
C
Brand
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 11 - Quizvraag

Fasedraad
Nuldraad
Schakeldraad
Aardedraad

Slide 12 - Sleepvraag

grootheid
eenheid
symbool
symbool
vermogen
stroomsterkte
spanning 
P
I
V
Ampère
A
W
U
Watt
Volt

Slide 13 - Sleepvraag

Het energieverbruik in kilowattuur bereken je met de formule E = P ∙ t.
In welke eenheden moet je het vermogen en de tijd invullen?
A
het vermogen in kW en de tijd in minuten
B
het vermogen in W en de tijd in uren
C
het vermogen in kW en de tijd in uren
D
het vermogen in W en de tijd in minuten

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel energie verbruikt een waterkoker van 2 kW als hij 30 minuten wordt gebruikt?
A
1 kWh
B
4 kWh
C
30 kWh
D
60 kWh

Slide 15 - Quizvraag

Er gaat via de fasedraad 1,02 A naar een stijltang. Er komt door de nuldraad 0,95 A terug.
A) Bereken de lekstroom
B) Zal de aardlekschakelaar de stroom uitschakelen?

Slide 16 - Open vraag


Welk nummer geeft de schakeldraad aan?
A
1
B
2
C
3

Slide 17 - Quizvraag

In afbeelding 4 zie je een foto met daarop een oplader die in brand is gevlogen. Hieronder staan drie mogelijke oorzaken.
Welke oorzaak is het meest waarschijnlijk?

A
De zekering is uitgevallen
B
De oplader was kapot en heeft gezorgd voor kortsluiting
C
Het vermogen van de oplader was te laag

Slide 18 - Quizvraag

Welke lampjes blijven branden als je de schakelaar open doet?
A
1
B
2,3
C
allemaal
D
geen

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de stroomsterkte die de stroommeter aangeeft?

Slide 20 - Open vraag

De stroomsterkte door lampje één is 2 ampère. Hoe groot is de stroom door lampje twee?
A
0,5 A
B
1 A
C
2 A
D
4 A

Slide 21 - Quizvraag

Op welke plaats is de stroomsterkte het grootst?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 22 - Quizvraag

Meneer Lukkien gaat met oud en nieuw oliebollen bakken. Hij zet drie frietpannen tegelijk aan, maar bij de derde pan vliegt te stroom er opeens uit. Hoe komt dit?
A
Kortsluiting
B
Overbelasting
C
Aardlek

Slide 23 - Quizvraag

Een zekering voorkomt kortsluiting
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Een aardlekschakelaar....
A
meet de uitgaande stroom
B
meet de ingaande stroom
C
vergelijkt de ingaande met de uitgaande stroom
D
controleert of de draden overbelast worden

Slide 25 - Quizvraag

Ga nu zelf aan de slag
Wat? Maak H1.4 test jezelf helemaal af. Deze test jezelf moet deze les 100% zijn gemaakt. 

Hoe? De eerste 5 minuten zijn stil. Daarna mag je fluisterend overleggen.

Hoe lang? Tot het einde van de les

Klaar? Maak de test jezelfs + andere opdrachten af van de paragrafen.

Slide 26 - Tekstslide