In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Wat is reikwijdte?
A
De afstand die klanten willen afleggen voor een bepaalde dienst.
B
De afstand die een dienst wilt afleggen om zichzelf aan te kunnen bieden.
C
Het verzorgingsgebied van een dienst.
D
Hetzelfde als drempelwaarde
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Twee stellingen: 1. De Noordvleugel van de Randstad heeft gemiddeld hogere inkomens dan de Zuidvleugel 2. De creatieve sector komt meer voor in de Zuidvleugel van de Randstad dan in de Noordvleugel
A
Beide stellingen zijn juist
B
Beide stellingen zijn onjuist
C
Stelling 1 is juist,
2 onjuist
D
Stelling 1 is onjuist,
2 juist
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Een groeikern is een nederzetting
A
die is aangewezen door de overheid om suburbanisatie op te vangen.
B
die spontaan zijn ontstaan en suburbanisatie opvangen.
C
waar mensen vrij konden kiezen op welke manier ze hun woning wilden bouwen.
D
die tegen een bestaande stad is aangegroeid.
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Vinex locaties waren onderdeel van:
A
Spreidingsbeleid
B
concentratiebeleid
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Twee stellingen: 1. Metropoolvorming binnen Nederland leidt tot meer regionale ongelijkheid 2. De overheid vindt metropoolvorming noodzakelijk om te kunnen concurreren met andere metropolen in West-Europa
A
Beide stellingen zijn juist
B
Beide stellingen zijn onjuist
C
Stelling 1 is juist,
2 onjuist
D
Stelling 1 is onjuist,
2 juist
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
In welke provincie liggen veel gemeenten met bevolkingskrimp?
A
Noord-Holland
B
Zuid-Holland
C
Flevoland
D
Groningen
Slide 27 - Quizvraag
Kies het juiste woord of de juiste woorden.
1. Bevolkingskrimp komt vooral voor aan de randen / in de grote steden van Nederland.
2. Bij bevolkingskrimp daalt / stijgt het voorzieningenniveau.