4.4 en 4.5

H4 Warmte
                                            4.4 Straling + 4.5 isoleren  
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H4 Warmte
                                            4.4 Straling + 4.5 isoleren  

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
1. Herhalen paragraaf 4.1 t/m 4.3
2. Uitleg paragraaf 4.4 + 4.5 
3. Opdrachten maken paragraaf 4.4 + 4.5
4. Samenvatting maken paragraaf 4.1 t/m 4.5

Slide 2 - Tekstslide

Warmte verplaatst zich altijd van...
A
een plek met hoge naar een plek met lage temperatuur
B
verplaatst zich niet
C
een plek met lage naar een plek met hoge temperatuur
D
maakt niet uit

Slide 3 - Quizvraag

Wat is warmtegeleiding?
A
Warmte verplaatst zich MET de stof
B
Warmte verplaatst zich ZONDER hulp van stof
C
Warmte verplaatst zich DOOR de stof

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn goede warmtegeleiders?
A
Alle metalen
B
Alle vaste stoffen
C
Vloeistoffen
D
Alle gassen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is warmtestroming?
A
Warmte verplaatst zich MET de stof
B
Warmte verplaatst zich ZONDER hulp van stof
C
Warmte verplaatst zich DOOR de stof

Slide 6 - Quizvraag

Hoe heten stoffen die heel slecht warmte geleiden?

Slide 7 - Open vraag

Wat is een goede isolator? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Dubbel glas
B
Water
C
Bakstenen
D
Piepschuim

Slide 8 - Quizvraag

Paragraaf 4: straling

Slide 9 - Tekstslide

Straling
Straling is de snelste vorm van warmteverplaatsing, er is geen andere stof voor nodig.
Een voorbeeld is de straling van de zon op de aarde.

Slide 10 - Tekstslide

Infrarode straling
Een voorwerp dat heel heet is, straalt licht uit dat je kunt zien, zoals bij een gloeilamp.

Een voorwerp wat maar 70-80 graden is, 
straalt infrarode straling uit. Dat kun je 
voelen als warmte, of zien met een speciale 
camera

Slide 11 - Tekstslide

Hier zie je een radiator gefotografeerd met een infraroodcamera

Slide 12 - Tekstslide

Welke van onderstaande gebeurtenissen is warmtestraling?
A
Heet water geeft warmte af aan de binnenkant van de radiator
B
Warmte gaat van de binnen- naar de buitenkant van de radiator door het metaal
C
De lucht om de radiator heen begint te stromen
D
Loes die een meter van de radiator afzit voelt warmte op haar rug.

Slide 13 - Quizvraag

Absorberen
Absorberen = het opnemen van warmtestraling uit de omgeving. 
- Als een voorwerp een lagere temperatuur heeft dan de omgeving, zal het meer straling absorberen dan uitzenden. 

Slide 14 - Tekstslide

Uitzenden
Uitzenden = het afgeven van warmtestraling aan de omgeving. 
- Als een voorwerp een hogere temperatuur heeft dan zijn omgeving, zal het meer straling uitzenden dan absorberen. 

Slide 15 - Tekstslide

Schrijf in je eigen woorden op wat absorberen is

Slide 16 - Open vraag

Denk eens aan je eigen ervaring, welk voorwerp neemt meer warmte op?
A
Een glanzende, witte auto
B
Een wit paar schoenen
C
Een zwart t-shirt
D
Het scherm van je mobiel, als die uit is

Slide 17 - Quizvraag

paragraaf 5 Isolatie 

Slide 18 - Tekstslide

Doelen van de les 
- In eigen woorden uitleggen wat het begrip 'warmteverlies' inhoudt. 
- De 4 factoren van warmtetransport door een muur kennen en kunnen benoemen. 

Slide 19 - Tekstslide

Warmteverlies 
In huizen vindt er altijd warmtetransport van binnen naar buiten plaats. Er gaat dus altijd een stukje warmte ''verloren''. 
- om de hoeveelheid warmteverlies te beperken moet je een huis isoleren

Slide 20 - Tekstslide

Warmtetransport door een muur : 
Hoeveel warmte er in een bepaalde tijd naar buiten verdwijnt hangt af van :
- het temperatuurverschil tussen binnen en buiten. 
- het materiaal waarvan de muur is gemaakt;
- de dikte van de muur;
- de oppervlakte van de muur. 

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag! 
- Zelf lezen het stukje ''huizen isoleren'' en '' dubbelglas'' van paragraaf 4.5 (blz. 66 in tekstboek) 
- maken opgaven van 4.4 en 4.5 in schrift 
klaar? -> help je klasgenoten en maak daarna een samenvatting van H4. 

Slide 22 - Tekstslide