HAH3

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welke verband is GEEN lineair verband?
A
y=5x+6
B
y=x2+2x
C
y=35x
D
y=4

Slide 3 - Quizvraag



welke bewering is waar
y=2x+6
A
de rc is 2
B
de rc is 6
C
dit is een stijgende lijn
D
de rc is -2

Slide 4 - Quizvraag

Geef de formule bij deze lineaire grafiek.
A
y = 0,75x + 0,5
B
y = 0,5x + 0,75
C
y = -0,75x + 0,5
D
y = -0,5x + 0,75

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Tekstslide

wat is de formule voor de blauwe lijn (lijn m)
A
y=3x
B
y=3
C
x=3
D
het juiste antwoord staat er niet bij

Slide 8 - Quizvraag

wat is de formule voor de paarse lijn (lijn n)
A
y=4
B
y=0x+4
C
x=4
D
het juiste antwoord staat er niet bij

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Geef de formule bij deze lineaire grafiek
afbeelding: © 2017, https://wiskunde.eu
A
y = 15x+60
B
y = 30x+60
C
y = 7,5x+60
D
y = 60x+60

Slide 12 - Quizvraag

Bewering 1: Als N evenredig is met t, dan bestaat er een lineair verband tussen N en t.
Bewering 2: Als N evenredig er een lineair verband bestaat tussen N en t, dan is N evenredig met t
A
Alleen bewering 1 is waar
B
Alleen bewering 2 is waar
C
Beide beweringen zijn waar
D
Geen enkele bewering si

Slide 13 - Quizvraag

De organisatiegraad is het percentage werknemers dat lid is van een vakbond. Op 1 januari 2000 was deze 30%. De organisatiegraad liep lineair af tot 13% op 1 januari 2020. Wat is de correcte formule bij deze vraag?
A
O=20000,17t
B
O=3017t
C
O=300.85t
D
O=2000+0,17t

Slide 14 - Quizvraag

Stel de lineaire formule op met rc=5 en door het punt P(20,35)
A
y=5x-65
B
y=5x+ 50
C
y= -65
D
y= 5x + b

Slide 15 - Quizvraag

Gegeven is de formule y = 2,75x
Is het verband lineair, evenredig, of geen van beiden?
A
lineair
B
(recht) evenredig
C
geen van beide

Slide 16 - Quizvraag

Een lijn gaat door (0,3) en (1,5).
Welke bewering is waar?
A
hier hoort een lineair verband bij.
B
Omdat de lijn door (0,3) gaat is de a=3
C
de helling is 2
D
de grafiek is dalend

Slide 17 - Quizvraag

Welke formule(s) zijn lineaire verbanden?
A
N=3t+1
B
N=3t2+1
C
N=32t
D
N=t3

Slide 18 - Quizvraag

Tussen p en q bestaat een lineair verband. Voor p=5 is q=100 en voor p=10 is q=80. Stel de formule op van p.
A
q = -0,25p + 82,5
B
q = -4p + 120
C
p = -4q +405
D
p = -0,25q+30

Slide 19 - Quizvraag

Welke formule is lineair?
A
y=12x+3
B
y=12x2+3
C
y=12x3
D
y=12x+3

Slide 20 - Quizvraag

Tussen p en q bestaat een lineair verband.
Hoe stel je de formule op van p?
A
q=ap+b
B
p=aq+b
C
y=px+q
D
p=ax+q

Slide 21 - Quizvraag

Bij welke tabel hoort lineaire groei?
A
B

Slide 22 - Quizvraag

Bereken de richtingscoëfficiënt van de lineaire formule als hij gaat via
A(3,7) naar B(10,21)
A
1,4
B
2
C
3
D
7

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de formules voor een lineair verband
A
y=ax2+bx+c
B
y=axb
C
y=ax+b
D
y=axb

Slide 24 - Quizvraag

Welke grafiek geeft lineaire groei weer?
A
Rood
B
Blauw
C
Groen

Slide 25 - Quizvraag

Welke tabel hoort bij lineaire groei?
A
1
B
2
C
1+2
D
geen van beide

Slide 26 - Quizvraag

Hoe ziet een standaard formule er uit bij een lineaire functie?
A
y=ax2+bx+c
B
y=2ab+2b24ac
C
N=bgt
D
y=ax+b

Slide 27 - Quizvraag

Druk K uit in m

Hoe ziet deze lineaire formule er uit?
A
y=ax+b
B
K=am+b
C
m=aK+b
D
x=ay+b

Slide 28 - Quizvraag

Druk K uit in m

Hoe ziet deze lineaire formule er uit?
A
y=ax+b
B
V=ak+b
C
k=aV+b
D
x=ay+b

Slide 29 - Quizvraag

Lineair verband
Recht evenredig verband
Richtingscoëfficiënt
Snijpunt y-as
Evenwijdig
y= ax + b
(0,b)
a = 
y = 2x en y = 2x - 4
y = ax

Slide 30 - Sleepvraag

Hieronder staan de vier stappen weergegeven die je moet uitvoeren om algebraïsch lineaire vergelijkingen op te lossen. Zet ze in de juiste volgorde
Werk de haakjes weg.
Herleid beide kanten door te delen door het getal dat voor x staat
Breng alle termen met x naar het linkerlid. En de rest naar rechts
Werk de breuken weg

Slide 31 - Sleepvraag

Geen lineair verband
Lineair verband

Slide 32 - Sleepvraag

Een lineaire grafiek gaat door de punten K(-6,0) en L(14,10). De richtingscoeffient is
A
0,8
B
0,5
C
0,4
D
2

Slide 33 - Quizvraag