In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Thema 5: Waarneming en gedrag
Slide 1 - Tekstslide
Wat is waarnemen?
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Video
Leerdoelen
Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
Je kunt de zintuigen noemen met hun ligging en hun prikkel.
Slide 4 - Tekstslide
Zintuig
Een zintuig is een orgaan dat reageert op een invloed uit de omgeving. [Invloed = een prikkel]
Huid: Koudezintuig - warmtezintuig - tastzintuig
Oor: gehoorzintuig - evenwichtszintuig
Tong: smaakzintuig
Ogen: gezichtszintuig
neus: reukzintuig
Slide 5 - Tekstslide
Zintuigcellen
In de zintuigen liggen zintuigcellen.
Als zintuigcellen prikkels ontvangen, ontstaan impulsen ==>
Impulsen zijn een soort elektrische signalen (seintjes) ==> zintuigcellen zijn aangesloten op zenuwen ==> zenuwen leiden impulsen naar de hersenen ==> in de hersenen word je bewust van de waarneming.
Slide 6 - Tekstslide
Pijnpunten
Pijn nemen we waar met pijnpunten. Dat zijn de uiteinden van bepaalde zenuwen.
Pijnpunten komen op allerlei plaatsen in het lichaam voor, ook in dieper gelegen organen.
Slide 7 - Tekstslide
Zintuigen
Er zijn acht zintuigen, de meesten hiervan liggen in je gezicht
Prikkel
Een prikkel kan alles zijn uit de omgeving.
Impuls
Een impuls is elektrisch signaal dat wordt gemaakt door een zintuig
Zintuigcel
Een cel die een impuls maakt uit een specifieke prikkel
Slide 8 - Tekstslide
Is licht een prikkel of een impuls?
A
Impuls
B
Prikkel
Slide 9 - Quizvraag
In het oor wordt een impuls gemaakt, waar gaat die naar toe?