H1 Weer en klimaat

H1 Weer en klimaat
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H1 Weer en klimaat

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De brug 1 - Weer
Je weet uit welke weerelementen het weer bestaat.
Je kunt met afbeeldingen uitleggen hoe de kringloop van het water werkt en hoe neerslag kan ontstaan.
Je begrijpt hoe luchtdrukverschillen ontstaan

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weerselementen
het weer bestaat uit de volgende 3 weerselementen:
  • Temperatuur
  • Neerslag
  • Wind


Hiervoor worden de volgende meeteenheden gebruikt: 
- Temperatuur in graden Celsius
- Neerslag in milimeters 
- Wind in de schaal van Beaufort

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wet van Buys Ballot

Slide 5 - Tekstslide

Beschrijving: Wet van Buys Ballot - Coriolliseffect

Je zou verwachten dat de lucht in een rechte lijn van een hoge- naar een lagedrukgebied stroomt. Maar alles wat op de aarde beweegt, krijgt een afwijking. Op het noordelijk halfrond naar rechts, op het zuidelijk halfrond naar links. Dit heet het Corioliseffect, vernoemd naar Gaspard de Coriolis.
De wet van Buys Ballot is een wet uit de meteorologie, genoemd naar de Nederlandse meteoroloog Christophorus Buys Ballot.
Op het noordelijk halfrond waait de wind van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied met een afwijking naar rechts, door de draaiing van de aarde om zijn as.

Door de algemene luchtcirculatie rondom de aarde kennen we gebieden met permanente hogedruk bij de subtropen en bij de polen. Globaal gezien ziet dat eruit zoals op de afbeelding is weergegeven maar o.a. door de wisseling van de seizoenen verschuiven deze zones en zo kennen we:
  • gebieden met hogedruk die vrijwel het hele jaar droog zijn zoals bij de polen en de subtropen,
  • gebieden waar het het hele jaar door geregeld regent zoals de gebieden bij de middelste breedtegraden,
  • gebieden waar het zomers overwegend droog is en 's winters nat
  • gebieden waar het zomers geregeld regent en 's winters overwegend droog blijft. 

luchtstromen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe verplaatst water op aarde?
De waterkringloop
  • Korte waterkringloop 
  • Lange waterkringloop 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende soorten neerslag

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De brug 2 - Klimaten
  • Je weet welke klimaten er op aarde zijn.
  • Je kunt de ligging van de verschillende klimaten verklaren aan de hand van de klimaatfactoren.
  • Je kent de klimaatfactoren en begrijpt op welke manier deze het klimaat kunnen beïnvloeden.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht klimaten: 
  • Tropische klimaten
  • Savanneklimaat
  • Steppeklimaat
  • woestijnklimaat
  • Gematigde klimaten
  • Landklimaat
  • Toendraklimaat
  • Poolklimaat

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klimaatfactoren

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 klimaatfactoren
  1. Breedteligging 
  2. Hoogteligging
  3. Type aardoppervlakte 
  4. Invloed van zee
  5. Windrichting

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Klimaatgrafiek

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De brug 3 - Klimaatverandering en duurzaamheid 
  • Je kunt op basis van bronnen de ecologische voetafdruk van landen vaststellen.
  • Je kent de begrippen natuurlijk broeikaseffect en versterkt broeikaseffect.
  • Je begrijpt wat de ecologische voetafdruk te maken heeft met het versterkt broeikaseffect

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is nu het broeikaseffect?
(versterkt) broeikaseffect
Broeikasgevaar

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het broeikaseffect
2. Broeikaseffect:
Het tegenhouden van warmtestraling door broeikasgassen.

3. Versterkt broeikaseffect:
Fossiele brandstoffen verbranden -> Toename koolstofdioxide in de dampkring
Er blijft meer warmte hangen op aarde. 


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ecologische voetafdruk

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ecologische voetafdruk

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



         Duurzaam


     Niet duurzaam

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duurzaamheid
  • Tegenwoordig moet alles veel duurzamer.
  • Bijv. door groene energie of meer natuur in de stad.
  • Steeds meer mensen kiezen voor geen plastic meer te gebruiken, of minder vlees te eten.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies