6.1 Zien (Hfst. Licht) Les 2

6.1 Zien (Straling)
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

6.1 Zien (Straling)

Slide 1 - Tekstslide

1) Kun je alle soorten straling zien?
Licht is een soort straling die je kunt zien. Licht kun je alleen zien als het in je ogen komt.
De zon, een lamp zorgen voor licht. Maar er wordt ook een straling uitgezonden die je niet kunt zien. Dit heet IR straling. IR staat voor infrarood straling. IR straling wordt ook wel warmte straling genoemd. Denk maar aan warmte lampen (IR lampen) die een fysiotherapeut gebruikt.

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeeld van een warmtelamp ofwel IR lamp.





Bekijk de film in de volgende 2 dia´s!

Slide 3 - Tekstslide

IR straling is?
A
Infrarode lichtstraling
B
Internationale warmtestraling
C
Interne radioactieve straling
D
Infrarode warmtestraling

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

4) Kun je alle straling zien?
Ken je het licht wat vaak in discotheken gebruikt wordt? Dat soort licht noemen ze "Blacklights" !
Blacklights zenden UV licht uit. UV licht laat witte kleding blauw opschijnen. Ook de zon schijnt UV licht uit. UV licht laat onze huid bruin...of rood worden. Teveel UV licht op onze huid verhoogt de kans op huidkanker. Teveel in de directe zon is niet gezond en het is verstandig om een goede zonnebrandcreme te gebruiken.

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld van Blacklights!

Slide 8 - Tekstslide

UV straling is?
A
Utramarijne straling
B
Warmte straling
C
Blauwe straling
D
Ultraviolette straling

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn de gevaren van UV straling. Schrijf deze op!

Slide 10 - Open vraag

Schrijf twee voorbeelden op waar IR straling gebruikt wordt?

Slide 11 - Open vraag

Hoe merk je dat er UV en IR straling in zonlicht zit?
A
Je huid verkleurt en je voelt de warmte
B
Je huid kan rood worden of wordt bruin
C
Je voelt de warmtestralen en je ziet blauw licht
D
Je huid verkleurt en je zit rood licht

Slide 12 - Quizvraag

Stelling 1: Licht zie je alleen als het in je oog komt

Stelling 2: UV-straling kan gevaarlijk zijn
A
Beide stellingen zijn fout
B
Beide stellingen zijn goed
C
Stelling 1 is goed en stelling 2 is fout
D
Stelling 1 is fout en stelling 2 is goed

Slide 13 - Quizvraag

Is een rode tomaat altijd rood of een gele banaan altijd geel?
Voorwerpen kaatsen licht terug, maar alleen de eigen kleur. Daardoor zie je bijvoorbeeld de groene kleur van gras omdat alleen de groene kleur uit het lichtspectrum terugkaatst.

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld van terugkaatsing!

Slide 15 - Tekstslide

Terugkaatsing 
In wit licht zitten alle kleuren van de regenboog. e noemden dat alle kleuren van het lichtspectrum. Alle kleuren samen vormen het witte licht (daglicht). Een tomaat zien wij als rood. Dit komt omdat alle kleuern geabsorbeerd worden met uitzondering van rood. Het rode licht wordt door de tomaat teruggekaatst. Daarom zien wij de tomaat als rood. Voor de banaan geldt hetzelfde alleen nu wordt alleen het gele licht teruggekaatst.

Slide 16 - Tekstslide

Zoek op! Gebruik een woordenboek of ga googelen! Wat is de betekenis van absorberen?

Slide 17 - Open vraag

Zwart Wit
Als we een wit shirt dragen zien we dat shirt ook als wit omdat alle kleuren van het spectrum terug gekaatst worden. En we weten nu dat alle spectrum kleuren samen wit licht geven.
Een zwarte trui daarin tegen absorbeert alle kleuren van het spectrum. Er wordt geen enkele kleur terug gekaatst. We zien dit dan als een zwarte trui.

Slide 18 - Tekstslide

Dat is raar!?!
Er is iets raars aan de hand. Stel ik loop met een blauwe spijkerbroek onder een rode lamp in een discotheek. Welke kleur heeft de spijkerbroek dan?

Slide 19 - Tekstslide

Blauwe spijkerbroek onder rood licht! In welke kleur zien we dan de spijkerbroek?

Slide 20 - Open vraag

Voorbeelden van terugkaatsing

Slide 21 - Tekstslide

Naomi heeft mooie kleding in een kledingwinkel gezien. De winkel is verlicht met mooie, hippe kleuren licht. Welk advies geef jij Naomi voordat ze de kleding koopt? Welk advies geef jij de winkelier, zodat de klanten hun kleding niet te snel komen rulen?

Slide 22 - Open vraag

Succes!

Slide 23 - Tekstslide