HZWB les 6 week 41

HZWB les 6 week 41
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

HZWB les 6 week 41

Slide 1 - Tekstslide

Taalblokken
De klassencode in Taalblokken is:
483979
voeg je naam toe!

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag:
  • Spelling werkwoorden (pv tt/vt en vtdw)
  • Opdracht zakelijke email Taalblokken inleveren via Teams
  • § 1.4 luisteren opgave 1 t/m 12 
  • § 1.5 gesprekken opgave 1 t/m 12
  • Spelling Alle opdrachten afmaken: toets op 3 november! 
  • Lezen / aan opdrachten werken!!!!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Werkwoordspelling
  • Persoonsvorm - tegenwoordige tijd:
  • Ik-vorm = stam (hele werkwoord -en) Ik fiets
  • Jij/hij/zij = stam + t Jij fietst

Slide 5 - Tekstslide

Werkwoordspelling
  • Persoonsvorm - verleden tijd:
  • Een sterk of een zwak werkwoord?
  • Enkelvoud:  Stam + te of + de  
  • Meervoud: Stam + ten of + den
  • 'T eX-KoFSCHiP: + te(n)

Slide 6 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord



Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

't ex-kofschip of 't sexy fokschaap?

  Als de laatste letter van de stam voorkomt in 

't ex-kofschip of in 't sexy fokschaap, dan schrijf je een -t. Zo niet, dan schrijf je een -d

              

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoord in de verleden tijd (vt)
Voorbeeld voltooid deelwoord 'werken':

1.  Stam bepalen: werken -> stam is werk
2. De k zit in het 't ex-kofschip / 't sexy fokschaap 
    -> de laatste letter wordt daarom een 't'
3. Plak nu nog 'ge' voor de stam

                      GE + WERK + T = GEWERKT

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een
voltooid deelwoord?
Als je wilt vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord. Voltooid betekent dat iets is afgerond.



Voorbeeld:
Het regent → Het is nu aan het regenen.
Het heeft geregend → De regen is voorbij, het is nu droog. 

Slide 11 - Tekstslide

Hoe ziet een voltooid deelwoord eruit?



  • Begint bijna altijd met ge-
  • Voorbeelden:                                                                       
     ik ben gevlucht, ze hebben me gezocht, ik werd gevonden
  • Er staat altijd een ander werkwoord in de zin:         
     hebben, zijn of worden 
  • Dit is het hulpwerkwoord (de persoonsvorm) 

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin?

Ik heb sperziebonen gekocht, want ik wist niet zeker of je spinazie lust.
A
lust
B
heb
C
wist
D
gekocht

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin?

Mijn moeder moest naar het ziekenhuis rijden toen mijn vader in zijn vinger had gezaagd.
A
rijden
B
gezaagd
C
moest
D
had

Slide 14 - Quizvraag

Let op!
Soms begint een werkwoord al met be-, ver-, ont-, of her-. Deze krijgt dan géén ge- aan het begin van het voltooid deelwoord.

Voorbeelden: betaald, verteld, ontvoerd, hersteld.

Slide 15 - Tekstslide

Noteer het voltooid deelwoord uit de zin:
Afgelopen zaterdag hebben we de achtste verjaardag van 
mijn neefje Noah gevierd. 

Slide 16 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord uit de zin:
'We wilden naar het theater maar de kaartjes waren te duur dus toen hebben we maar een museum bezocht.'

Slide 17 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin?
De buurman heeft zijn salaris niet op tijd ontvangen en nu moet hij verhuizen omdat hij de huur niet kan betalen.

A
heeft
B
betalen
C
ontvangen
D
verhuizen

Slide 18 - Quizvraag

De uitgang bepalen
  • gezaagd
  • bezocht
  • ontvangen

Hoe weet je op welke letters een voltooid deelwoord eindigt?

Slide 19 - Tekstslide

Weet je het nog?
  • Zwakke werkwoorden blijven in een andere tijd hetzelfde     klinken. 
  • Sterke werkwoorden hebben de kracht om in de verleden   tijd van klank te veranderen. 

Slide 20 - Tekstslide

Sterk werkwoord
Zwak werkwoord
Zingen
Klappen
Lopen
Reizen
Fietsen
Kijken
Lezen
Spelen

Slide 21 - Sleepvraag

De uitgang bepalen
  • Een voltooid deelwoord eindigt meestal op -en bij sterke werkwoorden. Kijk maar:                                                             

    lopen - liep - gelopen / slapen - sliep - geslapen

  • Een voltooid deelwoord eindigt altijd op een -t of -d bij zwakke werkwoorden. Kijk maar: 
                                                                     
    koken - kookte - gekookt / tekenen - tekende - getekend

Slide 22 - Tekstslide

Sterk of zwak werkwoord?


Zwemmen
A
sterk
B
zwak

Slide 23 - Quizvraag



Het voltooid deelwoord eindigt op:


Zwemmen
A
-d of -t
B
- en

Slide 24 - Quizvraag



Het voltooid deelwoord eindigt op:
Voetballen
A
-d of -t
B
- en

Slide 25 - Quizvraag

Sterk of zwak werkwoord?


Voetballen
A
sterk
B
zwak

Slide 26 - Quizvraag

Schrijf nu het voltooid deelwoord met de juiste uitgang: Leren

Slide 27 - Open vraag

Schrijf nu het voltooid deelwoord met de juiste uitgang: Strooien

Slide 28 - Open vraag

schema werkwoordspelling

Slide 29 - Tekstslide

2 korte verhalen en een aantal gedichten
  • Kies welk verhaal je wilt lezen: You're next van Chinouk Thijssen of Solaro van Daan Heerma van Voss 
  • Maak de creatieve opdracht die bij je gekozen verhaal hoort 
  • Lees de gedichten: Vakkenpakket, Zestien en Moeilijke woorden. Maak de verwerkingsopdrachten.
  • Lever beide opdrachten uiterlijk vrijdag 4 november a.s. in via Teams.

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Afmaken: § 1.2 lezen 2F: opdracht 1 t/m 24
  • Afmaken: § 1.3 schrijven opdracht 1 t/m 17
  • Afmaken: § 1.4 luisteren opdracht 1 t/m 12
  • Maken: § 1.5 gesprekken opgave 1 t/m 12
  • Spelling Alle opdrachten afmaken
  • Inleveren: zakelijke e-mail (opdracht in Teams)
  • Lezen en opdrachten maken (inleveren uiterlijk 4 november!)

Slide 31 - Tekstslide

Fijne herfstvakantie!

Slide 32 - Tekstslide