hst 14 paragraaf 2 "hefbomen en zwaartekracht"

hst 14.2 "hefbomen en zwaartekracht"
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

hst 14.2 "hefbomen en zwaartekracht"

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt het massamiddelpunt in een balk bepalen.
  • Je kunt uitleggen wat het massamiddelpunt van een voorwerp is.
  • Je kunt de krachten en armen berekenen bij een hefboom in evenwicht, waarbij het massamiddelpunt niet boven het draaipunt ligt.

Slide 4 - Tekstslide

0

Slide 5 - Video

0

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Stappenplan hefboomregel en zwaartekracht

  • Zoek het draaipunt en noteer een stip.
  • Zoek beide krachten. Een kracht is de zwaartekracht.
  • Zoek beide armen. (afstanden tot het draaipunt) 
  • Pas de momentenwet toe.

Slide 8 - Tekstslide

De spierkracht is  5 x kleiner, omdat de arm van de man 5 x groter is dan die van de zwaartekracht.

Slide 9 - Tekstslide

De kracht in de kabel moet dus minimaal 0,32 kN zijn.
Gebruik de momentenwet om F1 uit te rekenen. Er is evenwicht dus geldt: 
                          M1 = M2
                     F1 x l1 = F2 x l2
                   F1 x 2.5 = 0,8 x 1

                   F1 = 0,8 : 2,5 = 0,32

Slide 10 - Tekstslide

Controle van lesdoel
Bereken in de volgende dia de benodigde kracht van de hijskraan.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Gegeven         Fz = 2.5 kN
                          l1   = 1.1 m
                          Fs = ?
                          l2  = 2.9 m
Gevraagd       Fs in Kn
Oplossing        F1 x l1 = F2 x l2
                         2.5 x 1.1 = F2 x 2.9
                              2.75 = F2 x 2.9
                      2.75 : 2.9 = 0.95 kN

                            
Fs is dus    0.95 kn

Slide 13 - Tekstslide