leesstrategieen

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
  • weet je hoe je het lezen slim aan kunt pakken:
    (R)

  • kun je herkennen welke leesstrategie wanneer ingezet wordt bij het  lezen van een tekst. (T1)

  • kun je uitleggen waarom je een bepaalde leesstrategie inzet tijdens het lezen van een tekst. (T2)

  • kun je zelfstandig de leesstrategieën inzetten bij het lezen van een tekst en vragen beantwoorden (I)
  1. zich als een olievlek verspreiden
  2. in kwestie
  3. de stille wake
  4. grimmig
  5. plunderen
  6. de diversiteit
  7. netwerken
  8. een gevoelige snaar raken
  9. in een modern jasje steken
  10. de steekproef
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
  • weet je hoe je het lezen slim aan kunt pakken:
    (R)

  • kun je herkennen welke leesstrategie wanneer ingezet wordt bij het  lezen van een tekst. (T1)

  • kun je uitleggen waarom je een bepaalde leesstrategie inzet tijdens het lezen van een tekst. (T2)

  • kun je zelfstandig de leesstrategieën inzetten bij het lezen van een tekst en vragen beantwoorden (I)
  1. zich als een olievlek verspreiden
  2. in kwestie
  3. de stille wake
  4. grimmig
  5. plunderen
  6. de diversiteit
  7. netwerken
  8. een gevoelige snaar raken
  9. in een modern jasje steken
  10. de steekproef

Slide 1 - Tekstslide

Lees jij altijd alles?
Hoe lees je het tijdschema op het bushokje?

Slide 2 - Open vraag

Hoe lees jij een Valentijnskaart?
A
Ik kijk alleen even of mijn naam goed geschreven is
B
Ik lees hem van a tot z en daarna nog een keer
C
Ik lees hem 3 keer en ga dan op zoek naar de diepere betekenis
D
Ik lees hem half, de precieze woorden interesseren mij niet

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Even oefenen
Kijk naar de poster op de volgende pagina.
Globaal lezen: wat is het voor een bijeenkomst?
Zoekend lezen: wie organiseert het?
Intensief lezen: je wil er heen, nu ga je preciezer kijken

Slide 9 - Tekstslide

kritisch lezen: staan de artiesten er niet bij? Waarom niet

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Waar staat het antwoord op de vraag: hoe komt het dat mensen spoken zien?

Slide 12 - Open vraag

Waar denk je dat deze tekst over gaat?

Slide 13 - Open vraag

Lees nu de tekst en beantwoord vraag 8 en 9


Dit is ook HUISWERK!

Slide 14 - Tekstslide

Nabespreken

Slide 15 - Tekstslide

Waarom is snel waarnemen belangrijker dan goed waarnemen?

Slide 16 - Open vraag

Wat is een vals-positieve waarneming?
A
Je ziet alleen op positieve dingen
B
Je verdraait de waarheid, omdat die negatief is
C
Je neemt iets totaal anders waar dan iemand anders
D
dat je iets waarneemt dat er in werkelijkheid niet is.

Slide 17 - Quizvraag

Welke drie elementen bepalen wat je waarneemt?

Slide 18 - Open vraag

Zijn alle hallucinaties eng en negatief?

Slide 19 - Open vraag


Slide 20 - Open vraag

Waarom begint Bohken over zijn eigen hallucinaties?
A
Hij wil zijn eigen geest verkennen
B
Omdat hij een voorbeeld wil geven ter illustratie
C
Omdat hij ontzettend met zichzelf bezig is
D
Hij denkt dat mensen wat van hem kunnen leren

Slide 21 - Quizvraag

Lees de tekst nu kritisch. Is B. een expert? Geloof je hem? Waarom wel, waarom niet?

Slide 22 - Open vraag

Huiswerk
Zoek een tekst die je dubieus vindt


Dubieus = als iets je twijfelachtig voorkomt

Slide 23 - Tekstslide