2BK Signaalwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 3

Signaalwoorden

Wat gaan we doen?

● Herhaling  

● Theorie Lezen 1.3 en 2.3 signaalwoorden

● Afsluiting

Talent 2BK

Lesdoelen

THEORIE

• Ik ken de verschillende tekstverbanden (opsomming, tegenstelling, voorbeeld) en bijbehorende signaalwoorden. 

TOEPASSING 

• Ik herken de verschillende tekstverbanden en signaalwoorden in een tekst/zin. 

WELK TEKSTVERBAND HERKEN JE?

Ik moet vandaag nog een hoop werk doen. Allereerst moet ik mijn kamer opruimen. Ten tweede moet ik het gras maaien. Daarna moet ik boodschappen gaan doen voor het weekend. Tevens moet ik dan het lege glaswerk weggooien.

OPSOMMING

Ik moet vandaag nog een hoop werk doen. Allereerst moet ik mijn kamer opruimen. Ten tweede moet ik het gras maaien. Daarna moet ik ook boodschappen gaan doen voor het weekend. Tevens moet ik dan het lege glaswerk weggooien.

WELK TEKSTVERBAND HERKEN JE?

• Het Nederlands elftal heeft in de loop der jaren veel geweldige spelers gekend. Denk bijvoorbeeld aan spelers als Johan Cruijf, Marco van Basten, Ruud Gullit en Frankie de Jong.
  
• Ik speel thuis veel spelletjes, waaronder Catan, SkipBo en  Regenwormen.

VOORBEELD

• Het Nederlands elftal heeft in de loop der jaren veel geweldige spelers gekend. Denk bijvoorbeeld aan spelers als Johan Cruijf, Marco van Basten, Ruud Gullit en Frankie de Jong. 
  
• Ik speel thuis veel spelletjes, waaronder Catan, SkipBo en Regenwormen.

WELK TEKSTVERBAND HERKEN JE?

• Ik heb donkere haren, maar mijn broertje heeft blond haar. 
• Yassin kwam nooit te laat, zijn vriend Kevin was echter nooit op tijd. 
• Sharon gaat graag op stap, haar vriendin daarentegen is een echte huismus.

TEGENSTELLING

• Ik heb donkere haren, maar mijn broertje heeft blond haar. 
• Yassin kwam nooit te laat, zijn vriend Kevin was echter nooit op tijd. 
• Sharon gaat graag op stap, haar vriendin daarentegen is een echte huismus.

Noteer 3 signaalwoorden die horen bij een opsomming.

Noteer 3 signaalwoorden die horen bij een tegenstelling.

Noteer 3 signaalwoorden die horen bij een voorbeeld.

Wat vind je nog lastig aan het vinden van tekstverbanden in een tekst?

WELK TEKSTVERBAND HERKEN JE?

• De vrachtwagen met eieren kantelde, waardoor het een grote smeerboel werd. 
• Hij kreeg een 1 voor zijn toets, omdat hij probeerde te spieken.
• De dikke boom was omgewaaid vanwege de harde storm.

OORZAAK-GEVOLG

• De vrachtwagen met eieren kantelde, waardoor het een grote smeerboel werd. 
• Hij kreeg een 1 voor zijn toets, omdat hij probeerde te spieken.
• De dikke boom was omgewaaid vanwege de harde storm.

CHRONOLOGISCH (TIJD)

• Mijn avondritueel is altijd hetzelfde sinds ik klein ben. Eerst trek ik mijn pyjama aan. Daarna poets ik mijn tanden. Vervolgens ga ik naar de wc. 

VOORWAARDELIJK

• Mits Jasper dit jaar een bijbaantje zoekt,  kan hij volgend jaar nog op vakantie. 
  
• Als hij dit jaar goede cijfers haalt, dan kan hij over naar het volgende leerjaar. 

WELK TEKSTVERBAND HERKEN JE?

• Mijn avondritueel is altijd hetzelfde sinds ik klein ben. Eerst trek ik mijn pyjama aan. Daarna poets ik mijn tanden. Vervolgens ga ik naar de wc. 

WELK TEKSTVERBAND HERKEN JIJ?

• Mits Jasper dit jaar een bijbaantje zoekt, kan hij volgend jaar nog op vakantie. 
  
• Als hij dit jaar goede cijfers haalt dan kan hij over naar het volgende leerjaar. 

Zijn de lesdoelen behaald? Zo nee, waar wil je meer uitleg over of meer mee oefenen?