Ondersteunen bij sociale en recreatieve activiteiten
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2
In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Activiteiten
Ondersteunen bij sociale en recreatieve activiteiten
Slide 1 - Tekstslide
Profieldeel activiteiten
Ondersteunen bij sociale en recreatieve activiteiten.
Werkprocessen:
P2-K1-W3 Assisteert bij uitvoering van sociale en recreatieve activiteiten;
B1-K1-W3 Treedt op als aanspreekpunt
BLAUWE BOEK: Hoofdstuk 1.6 bladzijde 20-21 22
Thema 10 hoofdstuk 27 en 28
ROZE BOEK: Thema 2
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Ruimtes veilig, praktisch en sfeervol kunnen inrichten.
Het benoemen van soorten activiteiten.
Voorbeelden benoemen van redenen waarom je een activiteit doet.
Begeleiden en ondersteunen bij sociale en recreatieve activiteiten.
Inspiratie opdoen voor activiteiten.
Slide 3 - Tekstslide
Het ontvangen van mensen
Wat vind jij een sfeervolle ruimte?
Wat voor omgeving/ruimte stelt jou op je gemak?
Wat voor omgeving/ ruimte maakt jou onrustig?
-Bespreek in tweetallen en kijk wat jullie
overeenkomsten en verschillen zijn.-
Slide 4 - Tekstslide
Werkomgeving
-Klassikaal bespreken-
- Wat vinden jullie van de sfeer op je werkplek?
- Is jullie werkplek functioneel ingericht?
(Denk aan valpreventie, rolstoeltoegankelijk, werkruimte...)
- Wat zijn verbeterpunten?
Klassikaal bespreken
Slide 5 - Tekstslide
Omgeving inrichten
Opgeruimd en schoon (ordenen in bakjes, mandjes).
Verlichting.
Bloemen, planten (hoe verzorgen?)
Aankleding.
Boeken, tijdschriften.
Foto's, schilderijen (voorschriften ophangen?)
Ventilatie, tocht (ventilatie roosters).
Temperatuur en luchtvochtigheid.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is recreatie?
Onder recreatie verstaat men alle vormen van vrijetijdsbesteding.
Alle activiteiten die kunnen worden gedaan naast de dagelijkse verplichtingen als werken, huishouden en zorg voor anderen.
Recreëren doet men voor ontspanning en vermaak.
Slide 7 - Tekstslide
Welke activiteiten deed jij als kind?
Welke spellen speel(de) jij?
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Soorten activiteiten
Kunnen jullie voorbeelden noemen?
Is het combineren van soorten activiteiten mogelijk?
Slide 10 - Tekstslide
Reminiscentie
Activiteiten die herinneringen aan het verleden losmaken. Praten over vroeger, foto's en voorwerpen van vroeger bekijken, liedjes van vroeger zingen.
Zintuigen activeren
Slide 11 - Tekstslide
Doelen van activiteiten
VOORBEELDEN:
Gedragsverandering.
De zelfzorg/zelfredzaamheid bevorderen.
Sociale contacten bevorderen.
Het geheugen trainen.
Motoriek trainen.
Slide 12 - Tekstslide
Methodisch werken
met activiteiten
Slide 13 - Tekstslide
Instrumenteel-technische planning
tijdsplanning
organisatievorm
groepsindeling
benodigde materialen
benodigde ruimte
benodigde hoeveelheid begeleiding
kosten
veiligheid
Agogische planning
Presentatie: Hoe kondig je de activiteit aan? Waarop moet je letten bij de uitleg van de activiteit?
Afspraken: Wat spreek je met de zorgvragers af? Aan welke regels moeten zij zich houden? Hoe leg je die afspraken vast?
Begeleiding: Waarop moet je letten tijdens de uitvoering van de activiteit? Moet je de groep strak in de hand houden of ga je de zorgvragers observeren tijdens de activiteit?
Afronding: Hoe sluit je de activiteit af? Denk bijvoorbeeld ook aan een prijsuitreiking en opruimen.
Slide 14 - Tekstslide
Wat zijn de taken van een helpende in de begeleiding van activiteiten?
Slide 15 - Tekstslide
Beroepshouding tijdens de activiteit
consequent zijn ondersteunen actief luisteren empathie tonen stimuleren observeren feedback geven begeleiden motiveren integer zijn begrip tonen oprechte aandacht tonen flexibel zijn
Slide 16 - Tekstslide
Kan ik het wel? Lachen ze me niet uit als het niet lukt?
Aansporen om iets nieuws te proberen.
Met je enthousiasme steek je de groep aan.
Veilige sfeer.
Is er onbekendheid of onzekerheid? Benoem onzekerheid en dat het niet erg is als het niet gelijk goed lukt.
Geef complimenten. Niet wachten tot het fout gaat.
Komt iedereen aan de beurt?
Ruzie?
Drukte?
Veiligheid, kunnen mensen zich niet bezeren?
Kijk hoe mensen erbij zitten. Is iemand vermoeid? Vind iemand het leuk? Vragen ze hulp?
Slide 17 - Tekstslide
Filmpjes bewegen.is.leven
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Wat doe je tijdens een evaluatie?
Slide 20 - Open vraag
Evaluatie:
Zijn de doelen behaald?
Wat ging er goed?
Wat ging er minder goed?
Kreeg je voldoende hulp en begeleiding?
Waren er voldoende materialen?
Hoe zou het een volgende keer anders of beter kunnen?
Etc...
Slide 21 - Tekstslide
Rapporteer
Wanneer de activiteit is afgelopen en je hebt geëvalueerd, rapporteer je al je bevindingen in het zorgdossier van de desbetreffende cliënt.
Slide 22 - Tekstslide
Even checken...
Ruimtes veilig, praktisch en sfeervol kunnen inrichten.
Het benoemen van soorten activiteiten.
Voorbeelden benoemen van redenen waarom je een activiteit doet.
Begeleiden en ondersteunen bij sociale en recreatieve activiteiten.