01-V2 C3 PA1 Opdr 1 Quijote

1 / 17
volgende
Slide 1: Interactive video met 15 slides
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

15

Slide 1 - Video

00:15
¿Dónde está La Mancha?
A
En Francia
B
En la costa de España
C
En el centro de España
D
En Bélgica

Slide 2 - Quizvraag

00:23
¿Cómo se llama el señor?
A
Donkiote
B
Don Quijote
C
Don Wichote
D
Donyote

Slide 3 - Quizvraag

00:42
Don Quijote = confusión entre
A
vivir y estudiar
B
televisión y radio
C
realidad y fantasía

Slide 4 - Quizvraag

01:11
Don Quijote de la Mancha
A
wil een held zijn
B
wil dood gaan
C
wil een kind krijgen

Slide 5 - Quizvraag

01:36
Sancho es
A
un amigo de don Quijote
B
un enemigo de don Quijote
C
un bebé

Slide 6 - Quizvraag

02:19
Don Quijote y Sancho
A
ven un supermercado
B
ven unas casas
C
ven un banco
D
ven unos molinos

Slide 7 - Quizvraag

02:26
Don Quijote está loco porque no ve molinos,
A
ve gigantes
B
ve plantas
C
ve amigos

Slide 8 - Quizvraag

02:42
Sancho explica: No son gigantes, son...
A
animales
B
personas
C
molinos de viento

Slide 9 - Quizvraag

03:05
Wat is er met Don Quijote gebeurd?
A
Hij heeft de molens aangevallen
B
Hij is van de trap gevallen
C
Hij werd door reuzen aangevallen

Slide 10 - Quizvraag

03:35
Don Quijote
denkt dat de reuzen in molens veranderd zijn door de toverkracht van zijn vijand, de tovenaar "Frestón"
Sancho helpt zijn baas om op te staan en verder te gaan.

Slide 11 - Tekstslide

04:00
Un caballero sin amor es como un árbol sin hojas

Don Quijote wil graag een mooie dame vinden omdat ridders horen voor een mooie dame te vechten 

Slide 12 - Tekstslide

04:04
Dulcinea del Toboso
Voor Don Quijote is zij bijna een prinses, maar in de realiteit is deze vrouw een boerin...

Slide 13 - Tekstslide

04:34
El caballero de la triste figura
Don Quijote escribe una carta romántica a Dulcinea.

Slide 14 - Tekstslide

04:54
Don Quijote ve un grupo de soldados terribles. Pero Sancho explica:
A
no son soldados, son animales
B
no son soldados, es un motor
C
no son soldados, son personas normales

Slide 15 - Quizvraag

05:57

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link