§8.1 - Het werkt


§8.1 - Het werkt
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


§8.1 - Het werkt

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 8.1
  • Je kunt organen in een afbeelding benoemen.
  • Je kunt de bouw van een cel van de mens beschrijven.
  • Je kunt beschrijven wat orgaanstelsels zijn en hoe orgaanstelsels samenwerken.
  • Je kunt uitleggen hoe spieren aan energie komen en hoe de afvalstoffen ervan uit je lichaam gaan. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De werking van je lichaam




Romp: hier zitten de meeste organen
Middenrif: verdeelt buikholte en borstholte.



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De werking van je lichaam
Cellen: hier zijn organen uit opgebouwd, de kleinste bouwstenen.

Weefsel: bestaat uit cellen met dezelfde vorm en functie.

Organen: delen van het lichaam met een bepaalde taak.

Organenstelsel: organen die samen werken aan dezelfde taak.





Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dierlijke cellen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Je moet kennen: het verteringsstelsel, het ademhalingsstelsel, het bloedvatenstelsel, het zenuwstelsel en het uitscheidingsstelsel.
Welke orgaanstelsels heb je?
  • Verteringsstelsel: maakt voedsel zo klein, dat de voedingsstoffen in het bloed kunnen worden opgenomen.

  • Ademhalingsstelsel: de longen nemen vanuit de lucht zuurstof op in het bloed en geven CO2 af vanuit het bloed aan de lucht.

  • Bloedvatenstelsel: vervoert voedingsstoffen, zuurstof en andere stoffen.

  • Zenuwstelsel: zorgt dat alle organen/orgaanstelsels goed werken en samenwerken.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Bestudeer blz. 71 t/m 75
Maken: opdrachten 1 t/m 7 en ook nakijken

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de taak van het ademhalingsstelsel?
timer
0:30

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de taak van het bloedvatenstelsel?
timer
0:30

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komen spieren aan energie?

Energie ontstaat bij de verbranding van energierijke voedingsstoffen, zoals glucose. Voor de verbranding van glucose heb je zuurstof nodig.

Actieve orgaanstelsels:
  • Verteringsstelsel
  • Ademhalingsstelsel
  • Bloedvatenstelsel

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 3 factoren heb je nodig bij een verbrandingsproces?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stoffen ontstaan er na een verbranding

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De verbranding van glucose:
CO2 en water zijn afvalstoffen. CO2 wordt uitgescheiden via het ademhalingsstelsel en water via het uitscheidingsstelsel (nieren), zweten en uitademen.


Verbranding vindt plaats in alle cellen van je lichaam. Door de vrijgekomen energie kun je bewegen, warm blijven, denken, stoffen maken en afbreken.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

samenwerken
Hoe komen spieren aan energie ?

Verbranding:
Glucose + zuurstof = 
energie + koolstofdioxide + water

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke stoffen hebben we nodig om te kunnen bewegen?
A
zuurstof, glucose
B
water, glucose
C
water, zuurstof
D
zuurstof, water, glucose

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een orgaanstelsel?
A
alle organen die werken
B
alle organen die bezig zijn met leven
C
alle levende organen
D
alle organen die samenwerken aan 1 taak

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar haal je je energie uit?
A
slapen
B
eten
C
rennen
D
drinken

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn je afvalproducten?
A
co2 en energie
B
water en warmte
C
co2 en warmte
D
water, co2 en warmte

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Lezen: bestudeer blz. 75 t/m 80
Maken: opdrachten 8 t/m 14 en ook nakijken

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

wordt ver-voerd naar de cellen
daardoor kun je bewegen

ademhalingsstelsel: inademen

ademhalingsstelsel: uitademen

spierstelsel

verteringsstelsel

uitscheidingsstelsel

bloedvatenstelsel

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je nodig om glucose te verbranden?
A
Koolstofdioxide
B
Water
C
Energie
D
Zuurstof

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een orgaan kun je omschrijven als
A
levend wezen
B
delen van het lichaam met een bepaalde taak
C
de kleinste bouwstenen van je lichaam

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel verschillende soorten cellen zitten er in je lichaam?
A
5
B
15
C
50
D
Meer dan 100

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zuurstof opnemen in je bloed en koolstofdioxide afgeven aan de lucht is een taak van het...
A
ademhalingsstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
zenuwstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stoffen zoals voedingsstoffen, zuurstof en koolstofdioxide vervoeren is een taak van het....
A
ademhalingsstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
zenuwstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hebben je spieren altijd genoeg energie of zijn er situaties waarin er niet genoeg is? Leg uit.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Spierkramp
> Door een tekort aan zuurstof wordt glucose niet goed verbrandt
> Hierdoor ontstaat bij de verbranding van glucose niet koolstofdioxide en water, maar melkzuur
> Deze verbranding van glucose levert minder energie op

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies