Engels starters lesson 2 onderdeel B woorden oefenen

Engels
Lesson 2 onderdeel B woorden oefenen

Oefenen met de betekenis van de woorden
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Engels
Lesson 2 onderdeel B woorden oefenen

Oefenen met de betekenis van de woorden

Slide 1 - Tekstslide

Vorige week
Gestart met het woordblok
Woorden gehoord.

Vandaag komen we daar op terug.
2x luisteren naar de woorden uit woordblok.

Slide 2 - Tekstslide

Oefenen
Vandaag oefen je de woorden van het woordblok op blz 38.

Weet jij wat de Engelse vertaling van het Nederlandse woord?
Doe je boek dicht!

Kies het juiste antwoord

Slide 3 - Tekstslide

Werken met lessonup
Lessonup werkt via internet. 
Typ lessonup in google
voer de code in (bovenaan de website)
Gebruik je eigen naam: geen bijnamen!
Een smiley mag wel, hoeft niet.

Slide 4 - Tekstslide

Achter
A
behind
B
behand
C
behond
D
behund

Slide 5 - Quizvraag

Blauw
A
Red
B
Green
C
Blue
D
Grey

Slide 6 - Quizvraag

Cola
A
7 up
B
dr. pepper
C
cola
D
coke

Slide 7 - Quizvraag

Mooi!
A
great
B
nice
C
sad
D
good

Slide 8 - Quizvraag

niet aanraken!
A
Don't touch it!
B
Don't sweat it!
C
Don't look at it!
D
Look uit!

Slide 9 - Quizvraag

Ook
A
also
B
nice
C
too
D
sun

Slide 10 - Quizvraag

spelen
A
behind
B
play
C
for
D
soccer

Slide 11 - Quizvraag

Zon
A
Sun
B
clear
C
Moon
D
cloud

Slide 12 - Quizvraag

Een beetje
A
small
B
few
C
a lot
D
a little

Slide 13 - Quizvraag

Groot of grote
A
few
B
small
C
big
D
great

Slide 14 - Quizvraag

hamburger
A
hem burger
B
chicken burger
C
bacon burger
D
hamburger

Slide 15 - Quizvraag

hard
A
soft
B
small
C
hard
D
big

Slide 16 - Quizvraag

Huis
A
hotel
B
house
C
flat
D
villa

Slide 17 - Quizvraag

lucht
A
cloud
B
sky
C
rain
D
wolken

Slide 18 - Quizvraag

luister
A
speak
B
quiet
C
listen
D
quite

Slide 19 - Quizvraag

het weer
A
the sky
B
the sun
C
the weather
D
the rain

Slide 20 - Quizvraag

vliegtuig
A
bird
B
elevator
C
plane
D
friend

Slide 21 - Quizvraag

vliegen
A
flying
B
running
C
walking
D
swimming

Slide 22 - Quizvraag

wachten
A
busy
B
wait
C
boring
D
fun

Slide 23 - Quizvraag

vriend
A
BFF
B
nice!
C
enemy
D
friend

Slide 24 - Quizvraag

Schreeuwen
A
screaming
B
being quiet
C
listening
D
speaking

Slide 25 - Quizvraag

moe
A
busy
B
nice
C
friend
D
tired

Slide 26 - Quizvraag

Zij zijn aan het werk
A
they are working
B
they are speaking
C
they are listening
D
they are busy

Slide 27 - Quizvraag

Zij heeft honger
A
she is thirsty
B
she is hungry
C
she has honger
D
he has dorst

Slide 28 - Quizvraag

Volgende week
M.O Engels woorden lesson B blz 38
Je kunt de woorden ook via studiemeter zelf nog luisteren thuis!

Je krijgt 7 woorden in het NL. Spreek ze in het Engels goed uit.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Oefenen
Oefenen op studiemeter met de woorden

Slide 31 - Tekstslide