4.2 en 4.4 voortplanting

4.2 en 4.4 voortplanting
pagina 17
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.2 en 4.4 voortplanting
pagina 17

Slide 1 - Tekstslide

Welke regels hadden we?
  • We gaan met respect om met elkaar
  • we gaan met respect om met het onderwerp
  • We gebruiken de biologische nette termen 

Slide 2 - Tekstslide

Welke van de volgende lichaamsdelen is een primair geslachtskenmerk?
A
Baard
B
Penis
C
Billen
D
Borsten

Slide 3 - Quizvraag

Sleep de onderstaande secundaire geslachtskenmerken naar het juiste vak (zie boven).
secundaire geslachtskenmerken
jongen
secundaire geslachtskenmerken
beiden
secundaire geslachtskenmerken
meisje
borsten
groeispurt
baard in de keel
bredere heupen
okselhaar
gespierdere lichaamsbouw
schaamhaar
gezichtsbeharing
volgroeien schaamlippen

Slide 4 - Sleepvraag

Tekst
Tekst
Tekst
Te
teelballen, testis
zaadleiders
de prostaat
bijballen
zaadblaasjes
worden zaadcellen gemaakt
Opslag plaats voor zaadcellen
zorgen voor het vervoer van zaadcellen
voegt vocht toe aan de zaadcellen
voegt vocht en voedingsstoffen aan de zaadcellen toe

Slide 5 - Sleepvraag

Lesdoel
Aan het eind van de les kun je een aantal onderdelen van het voortplantingsstelsel van de vrouw benoemen en ken je de functie van deze onderdelen.
Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Voortplantingsstelsel
Een vrouw heeft een baarmoeder en eierstokken.
In de baarmoeder groeit de baby op het moment dat een vrouw zwanger is.

Slide 8 - Tekstslide

Uitwendige voortplantingsorganen van een vrouw
  • vulva
  • clitoris(eikel)
  • clitorishoed
  • zwellichamen 
  • schaamlippen
  • vagina

Slide 9 - Tekstslide

Welk nummer hoort bij welk onderdeel van het vrouwelijke geslachtsorgaan?
eileider
eierstok
baarmoeder
schaamlip
vagina
baarmoedermond
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Slide 10 - Sleepvraag

Eicellen
  • In de eierstokken.
  • 1 per maand rijp (meestal).
  •  Wanneer de eicel vrij komt noem je dit ovulatie of eisprong
  • De eileider vervoert de eicel naar de baarmoeder.

Slide 11 - Tekstslide

Eicel
  • Grootste menselijke cel 
  • Reservevoedsel
  • Ovulatie

Slide 12 - Tekstslide

Het maagdenvlies
  • Een klein dun randje en niet iedereen heeft het
  • kan gaan bloeden

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Menstruatie
  • Niet bevruchte eicel zorgt voor ongesteld zijn. Dit noemen we de menstruatie.  
  • Meisjes worden tussen de 10 en de 16 jaar oud voor het eerst ongesteld.

Slide 15 - Tekstslide

Menstruatie

Slide 16 - Tekstslide

Menstruatiecyclus
Vooral in de puberteit kan de menstruatie zeer onregelmatig plaatsvinden. Soms zit er veel tijd tussen de menstruaties.
Dit gaat vanzelf meer lijken op de cyclus in het plaatje.
Eisprong op de 14e dag
De cyclus duurt 28 dagen

Slide 17 - Tekstslide

Seks enzo !?! 
Hoofdstuk 4.4: Voortplanting en seksualiteit


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Geslacht en gender
  • LHBTI: lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender, intersekse 
  • Geslacht/sekse
  • Gender
  • Transgender
  • Genderdysforie
  • Transseksueel


Slide 20 - Tekstslide

Ongewenst gedrag
  • Ongewenste intimiteiten
  • Seksueel geweld 
  • Aanranding
  • Verkrachting
  • Incest
  • Loverboy

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Zelfstandig werken
  • Wat: Opdrachten 1 t/m 8 van 4.2
opdrachten 1 t/m 9 (je hoeft 9 niet te bespreken, maar mag wel!) van 4.4
blauwe en oranje blokken niet
  • hoe: in stilte of rustig overleg met buren
  • hulp: Eerst boek lezen, kom je er dan nog niet uit, steek je vinger op
  • Tijd: tot 5 minuten voor het einde van de les

Slide 23 - Tekstslide