Je leert omschrijven hoe bliksem en donder ontstaan.
Je leert aangeven wat je moet doen als je zelf in een onweersbui terechtkomt.
Slide 2 - Tekstslide
Onweerwolk
In de wolk ontstaat ladingscheiding.
In de onweerswolk valt neerslag omlaag. En in de onweerswolk blaast een sterke wind omhoog.
Deze twee bewegingen langs elkaar zorgen voor het ontstaan van statische elektriciteit.
Slide 3 - Tekstslide
Onweerwolk
In de wolk ontstaat ladingscheiding.
Als de negatieve lading groot genoeg is krijg je een bliksemflits.
De bliksem is een elektrische stroom tussen de wolk en de aarde.
Slide 4 - Tekstslide
Bliksem
De grote stroom zorgt ervoor dat de lucht heet wordt.
De lucht wordt zo heet, dat hij wit licht geeft.
Slide 5 - Tekstslide
Donder
Door de hitte van de bliksem zet de lucht uit. Dit uitzetten gebeurt snel en veroorzaakt een geluidstrilling. Dit is wat je als DONDER hoort.
Slide 6 - Tekstslide
De afstand van onweer bepalen
Geluid verplaatst zich veel langzamer (343 m/s) dan licht (300 000 000 m/s).
Het geluid doet ongeveer 3 seconden over een afstand van 1 km.
Om te bepalen hoe ver weg het onweer is, tel je het aantal seconden tussen bliksem en donder . Dit deel je dan door 1 en dan heb je ongeveer de afstand tot het onweer in kilometers.
Slide 7 - Tekstslide
Veiligheid bij onweer
Hoe kunnen wij ons beschermen tegen onweer?
Slide 8 - Tekstslide
Veiligheid bij onweer
Blijf uit de buurt van bomen en andere hoge voorwerpen;
Maak jezelf zo klein mogelijk door gehurkt te gaan zitten;
Ga nooit plat op de grond liggen.
Slide 9 - Tekstslide
Bliksem afleider
Een bliksemafleider bestaat uit metalendraden die over de hoge delen van een gebouw gespannen zijn. Deze metalen draden lopen de grond in. Bij een blikseminslag vloeit de elektrische stroom van de bliksem in de aarde.