GS4 WOI veldslagen en gevolgen voor Nederland_nabeschouwing
1 / 11
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Herhaling: de bondgenootschappen
Wie hoort bij wie? Sleep de landen naar het juiste vakje!
Geallieerden
Centralen
Oostenrijk-Hongarije
Duitsland
Italië
Rusland
Frankrijk
Groot-Brittanië
Slide 2 - Sleepvraag
Wanneer was de Eerste Wereldoorlog?
A
1919-1922
B
1813-1819
C
1914-1918
D
1814-1818
Slide 3 - Quizvraag
Wat was geen oorzaak van de Eerste Wereldoorlog?
A
militarisme
B
modern imperialisme
C
nationalisme
D
fascisme
Slide 4 - Quizvraag
Waar was het bombardement van se slag bij de Somme te horen?
A
Parijs
B
Amsterdam
C
Brussel
D
Londen
Slide 5 - Quizvraag
Wat zijn loopgraven?
A
lange rij van kerkhoven
B
wedstrijden voor soldaten
C
gangenstelsels om dekking te zoeken
D
konijnenvallen
Slide 6 - Quizvraag
Eerste Wereldoorlog
Tweede Wereldoorlog
Slag bij de Somme
Slag bij de Marne
Slag bij
Stalin-grad
Slag bij Verdun
Slag om Arnhem
Slide 7 - Sleepvraag
Met welk woord geef je aan dat je land onpartijdig is in een oorlog?
A
neutraal
B
neutron
C
neurose
D
neuzelen
Slide 8 - Quizvraag
Welke 5 gevolgen had de Eerste Wereldoorlog voor het neutrale Nederland? Schrijf zo kort mogelijk op.
Slide 9 - Open vraag
Nederland ving meer dan een miljoen vluchtelingen op in een moeilijke tijd.
A Wat zegt dit volgens jou over de Nederlanders van toen?
B Zouden we dat in deze tijd nog steeds zo gedaan hebben, denk je? Waarom wel of waarom niet?
A Wat zegt dit volgens jou over de Nederlanders van toen?
B Zouden we dat in deze tijd nog steeds zo gedaan hebben, denk je? Waarom wel of waarom niet?
Slide 10 - Open vraag
Welke gevolgen van de Eerste Wereldoorlog waren er op Terschelling te merken? Noem er minimaal 5
