In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Vanaf welke leeftijd mag je in Duitsland bier kopen?
A
12
B
18
C
16
D
21
Slide 2 - Quizvraag
Hoe heet dit gerecht?
A
Schweinebraten
B
Rindssteak
C
Jäger Schnitzel
D
Wiener Schnitzel
Slide 3 - Quizvraag
Waar staat de Brandenburger Tor?
A
Bremen
B
Hamburg
C
Bonn
D
Berlijn
Slide 4 - Quizvraag
Der Pullover
Die Socken
Die Schuhe
Die Hose
Slide 5 - Sleepvraag
Der, die of das? .... Stier
A
der
B
das
C
die
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het grootste pretpark van Duitsland?
A
Wunderland Kalkar
B
Movie Park Germany
C
Fort Fun
D
Europapark
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Video
In welk dialect is dit lied gezongen?
A
Österreichisch
B
Sächsisch
C
Berlinerisch
Slide 9 - Quizvraag
Welke stad was vroeger (tijdelijk) de hoofdstad van Duitsland?
A
Bonn
B
München
C
Hamburg
D
Dresden
Slide 10 - Quizvraag
Der die of das? ... Kater
A
Der
B
Das
C
Die
Slide 11 - Quizvraag
Wanneer viel de Berlijnse muur?
A
9 november 1989
B
3 oktober 1990
C
5 mei 1945
D
13 augustus 1961
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Video
Hoe noemen de mensen uit München het Oktoberfest?
A
Oktoberparty
B
die Wiesn
C
das Bierfest
D
Das Münchenfest
Slide 14 - Quizvraag
Hoeveel naamvallen kent de Duitse taal?
A
1
B
3
C
2
D
4
Slide 15 - Quizvraag
Wie is dit? (voor- en achternaam)
Slide 16 - Open vraag
Hoe heet de snelweg in het Duits?
A
Fahrbahn
B
Autobahn
C
Schnellweg
D
Fahrweg
Slide 17 - Quizvraag
Duitsland is niet in provincies opgedeeld, maar in deelstaten. Uit hoeveel deelstaten bestaat Duitsland?
A
9
B
13
C
12
D
16
Slide 18 - Quizvraag
Apfelstrudel
Schweineohr
Currywurst
Brezel
Slide 19 - Sleepvraag
Met welke munt betaal je in Duitsland?
A
Duitse Mark
B
Gulden
C
Euro
D
Pond
Slide 20 - Quizvraag
Het Duitse volk drinkt gemiddeld het meeste bier ter wereld.
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Waar
In Duitsland wordt het meeste bier gedronken.
Elk jaar wordt er zo’n 114 liter bier gedronken per persoon. Er zijn zo'n 1.250 brouwerijen in Duitsland. De helft daarvan bevindt zich in Bavaria (Beieren).
Slide 22 - Tekstslide
Het meest gegeten vleesgerecht in Duitsland is
A
Currywurst
B
Bratwurst
C
Schnitzel
D
Döner Kebab
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Wat is 'Dirndl'?
A
een muis
B
een jurk
C
een gerecht
D
een spel
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
Kiba is ...
A
Een drankje
B
Een stad in Oostenrijk
C
Klederdracht
D
Een Duitse popster
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
Het is in Duitsland legaal om uit de gevangenis te ontsnappen.
A
waar
B
niet waar
Slide 29 - Quizvraag
Waar
In Duitsland is het legaal om uit de gevangenis te ontsnappen (de wet zegt dat het een menselijk recht is vrij te zijn). Het is wel illegaal om iemand te helpen die ontsnapt is.
Slide 30 - Tekstslide
Een trabant is ...
A
een kameraad
B
een auto
C
een volksfeest
D
een gerecht
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Tekstslide
De uitvinder van de spijkerbroek kwam uit Duitsland
A
Waar
B
Niet waar
Slide 33 - Quizvraag
Waar
Löb Strauss emigreerde op zijn 18e naar Amerika en veranderde daar zijn naam in Levi Strauss. Hij bedacht de klinknagels in de werkbroeken van de goudzoekers en vond op die manier de Levi's uit.
Slide 34 - Tekstslide
Het Disneylogo komt uit Duitsland.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 35 - Quizvraag
Niet waar
Walt Disney heeft Neuschwanstein bezocht voordat de bouw van zijn eerste themapark begon en het was de inspiratie voor het kasteel van Doornroosje in Disneyland in Californië.
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Duitsland heeft meer dan 15.000 kastelen
A
waar
B
niet waar
Slide 38 - Quizvraag
waar
Sterker nog: het zijn er zelfs meer dan 20.000!
Slide 39 - Tekstslide
Als er geen limiet staat aangegeven, mag je zo hard rijden als je wilt / als je auto kan.
De Duitse “Autobahn” is in totaal zo'n 11.000 km lang en strekt zich uit over het hele land. Op 65% van die snelwegen geldt geen snelheidslimiet.
Slide 40 - Tekstslide
Bekijk de afbeelding hiernaast. Hierover volgt een vraag.
Slide 41 - Tekstslide
Duitse kinderen gaan naar de basisschool van
A
3 tot 12 jaar
B
6 tot 12 jaar
C
van 6 tot 10 jaar
D
van 4 tot 14 jaar
Slide 42 - Quizvraag
Ich wünsche euch "Schöne Ferien!" Wie sagt man das auf niederländisch?