5.3 Variatie in genotypen #1

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel chromosomen bevalt een chromosomen paar?
A
46
B
23
C
2

Slide 3 - Quizvraag

Het X-chromosoom en Y-chromosoom zijn
A
Geslachtschromosomen
B
Geslachtscellen

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen zitten er in de celkernen?
46
23
46

Slide 5 - Sleepvraag

-Wat wordt bepaald door het genotype (groen)?  -En wat hoort bij het fenotype, maar niet bij het genotype (oranje)?  
Genotype
Fenotype
Een wipneus
Stijl haar vanaf de geboorte
Piercings 
Behaarde bladeren
Een litteken
Wibi kan goed piano spelen
Eelt op je handen door hard werken
Blauwe ogen

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

BBL:
Lezen:   blz. 99 t/m 102
Maken:  1, 2, 4 en 5 


Hoe?
- 10 min stil + voor jezelf
- daarna; zachtjes overleggen
KBL:
Lezen:   blz. 122 t/m 127
Maken:  1, 5, 6 en 11 


Klaar?
- nakijken
- ander HW

Slide 12 - Tekstslide

Is een albino een mutant?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Mutant
A
Een menselijke cel zonder celkern
B
Een ninja turtle
C
Een organisme bij wie een gemuteerd gen in het fenotype zichtbaar is
D
Sigarettenrook, asbest, UV straling

Slide 14 - Quizvraag

Noem één eigenschap die je van je moeder hebt.

Slide 15 - Woordweb

Noem één eigenschap die je van je vader hebt.

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Tekstslide