Examentraining zintuigen en zenuwstelsel

examentraining 
zenuwstelsel
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

examentraining 
zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

DANS methode testen
Vandaag onderzoeken wij 
het doel van de vraag
de aanpak van de vraag
Wat moet je noteren
Hoe structureer je het antwoord


Slide 2 - Tekstslide

De ziekte van Huntingtonreedt meestal pas na het 35ste levensjaar op.
a Geef hiervoor een verklaring.
Wat is het doel van deze vraag?

Slide 3 - Open vraag

Welke zin uit de tekst gebruik je in het antwoord? Noteer het eerste en het laatste woord.

Slide 4 - Tekstslide

Woorden om te onderstrepen
De woorden die gebruikt moeten worden staan aan het einde: de ziekteverschijnselen worden veroorzaakt door het geleidelijk afsterven van  zenuwcellen in delen van de hersenschors.

Slide 5 - Tekstslide

Noteer het antwoord

Slide 6 - Open vraag

Antwoord
voorbeelden van een juiste verklaring:
− De concentratie van (afwijkend) huntingtine in zenuwcellen neemt
slechts langzaam toe (en bereikt pas dan een schadelijk niveau).
− Vanaf die leeftijd worden door de hoge concentratie (afwijkend)
huntingtine neuronen gehinderd.
− De functie van de afgestorven cellen kan aanvankelijk nog door andere
cellen worden overgenomen.

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 2: Op grond waarvan behoort glutamine tot de niet-essentiële aminozuren?

Slide 8 - Open vraag

Antwoord
(Glutamine behoort tot de niet-essentiële aminozuren) omdat het in het
zenuwstelsel / in het lichaam / door astrocyten kan worden gevormd (uit
andere aminozuren).

Slide 9 - Tekstslide

De activiteit van een bepaalde hormoonklier wordt gereguleerd door middel van een terugkoppelingsproces. Dit betekent dat het hormoon van deze klier direct of indirect invloed heeft op
A
het zenuwstelsel.
B
een andere hormoonklier
C
deze hormoonklier zelf

Slide 10 - Quizvraag

2p Bij welke van de genoemde oorzaken zal als reactie de hoeveelheid schildklierstimulerend hormoon in het bloed stijgen?

A
Het voedsel bevat te weinig jood.
B
Een zeer hoge concentratie van jood in het bloed remt de thyroxineproductie.
C
Door een bepaald type gezwel vermindert de werking van de hypofyse.

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Link