Detailhandel Prijzen

Prijzen van artikelen.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkooppraktijkPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Prijzen van artikelen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Prijzen
Je moet artikelen een prijs geven voor je ze in de winkel zet. Dat staat in de wet. Dit heet prijzen van artikelen. 

Een klant moet altijd kunnen zien wat een artikel kost. En de klant kan de verschillende prijzen met elkaar vergelijken. De prijs van een artikel zit niet altijd op het artikel zelf. Hij kan bijvoorbeeld ook op het schap, op een prijskaart of op een prijslijst staan. Je kunt artikelen op verschillende manieren prijzen. 

Slide 3 - Tekstslide

Waarom moet een klant snel kunnen zien wat een artikel kost?

Slide 4 - Open vraag

3 manieren van prijzen

Slide 5 - Tekstslide

De prijstang
Prijzen met een prijstang. Je plakt met de prijstang etiketten op een artikel. Dit gaat simpel en snel. De etiketten zitten goed vast, zodat de klant ze er niet makkelijk afhaalt. Soms is dat een nadeel. 
Bijvoorbeeld als het een cadeau is. Dan moet het etiket eraf en dat gaat niet makkelijk. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Let op waar je het prijsje plakt!

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf 2 winkels op die artikelen prijzen met een prijstang.

Slide 10 - Open vraag

Vergeet nooit het Euroteken!

Slide 11 - Tekstslide

Even oefenen!

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht
Plak zo snel mogelijk onderstaande prijzen op je tafel.
€ 23,99
€ 37,78
€ 44,44
€ 89,00
€ 11,11


Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Nu iets moeilijker.....
€ 233,97
€ 327,76
€ 494,55
€ 719,33
€ 123,45


Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
en nu door elkaar.....
€ 1,11
€ 345,87
€ 2,99
€ 103,59
€ 36,22


Slide 15 - Tekstslide

Ridderspoortang
Prijzen met een ridderspoortang
Je maakt met een ridderspoortang kaartjes netjes vast aan kleding. 
De tang schiet een plastic draadje (ridderspoor) door het prijskaartje en de kleding. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Kleding prijs je met een ridderspoortang.
Schrijf nog 1 artikel op.

Slide 18 - Open vraag

Op welke plaats maak je het prijskaartje vast aan kleding?

Slide 19 - Open vraag

Even oefenen!

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Even oefenen!

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht
Maak zo snel mogelijk onderstaande prijzen vast aan je 5 shirts.
Vouw daarna de shirts op en leg ze netjes op een stapel.
€ 23,99
€ 37,78
€ 44,44
€ 89,00
€ 11,11


Slide 23 - Tekstslide

Prijzen door de fabrikant
Vaak is de prijs verwerkt in een streepjescode. Dit is een unieke code met streepjes en cijfers. Deze zet de fabrikant op een artikel. Een andere naam voor streepjescode is barcode of EAN-code

EAN staat voor Europese Artikelnummering. 
De code bestaat uit streepjes met daaronder 13 cijfers. De kassa leest deze streepjes automatisch. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Met de streepjescode gaat afrekenen bij de kassa snel en makkelijk. In de code staat de prijs van het artikel. 
De kassa lees elke prijs automatisch. En telt ze bij elkaar op. 

Is de streepjescode niet goed leesbaar, dan gaat het mis. De kassamedewerker moet de streepjescode met de hand intikken op de kassa. 

Slide 27 - Tekstslide

PLU-code
Dit staat voor Price Look-up.
Deze code staat al in de kassa. Typ de juiste code in de kassa en dan verschijnt gelijk de juiste prijs.
De PLU code kom je vaak tegen bij groente en fruit.


Slide 28 - Tekstslide

Prijzen met een schapkaartje.
Hebben alle artikelen in een schap dezelfde prijs? Dan is het makkelijk om een schapkaart te gebruiken. Hierop staat altijd de naam van het artikel en de prijs

Verandert de prijs van het artikel? Dan pas je alleen op de schapkaart de prijs aan. Dat is makkelijk. Je hoeft dus niet elk artikel opnieuw te prijzen. 

Slide 29 - Tekstslide

Schapkaart

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Welke informatie staat er altijd op een schapkaart?

Slide 32 - Open vraag

Opdracht
Fotografeer 5 verschillende schapkaartjes van 5 verschillende winkels.

Slide 33 - Tekstslide