Cities: Master Class
1 / 21
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Present Simple
Slide 11 - Woordweb
Slide 12 - Tekstslide
Verander de zin naar een vraag zin:
''You like your new phone.''
''You like your new phone.''
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Verander de zin naar een ontkenning:
''You like your new phone.''
''You like your new phone.''
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Wanneer gebruiken we 'a' of 'an'?
A
'a' vóór woorden als je een medeklinker hoort en 'an' vóór woorden als je een klinker hoort.
B
'a' vóór woorden als je een klinker hoort en 'an' vóór woorden als je een medeklinker hoort.
