3M Instructieles 4 december 2020

Uitzetten
Profielfoto van jezelf
Welkom allemaal bij het vak Nederlands!
We gaan zo starten.
Stel je camera, microfoon en profielfoto goed
 in.
Zet  een 
in de chat. Dan weet ik dat je er bent. 
Start geen nieuwe vergadering
Zet een 
in de chat als je een vraag hebt
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Uitzetten
Profielfoto van jezelf
Welkom allemaal bij het vak Nederlands!
We gaan zo starten.
Stel je camera, microfoon en profielfoto goed
 in.
Zet  een 
in de chat. Dan weet ik dat je er bent. 
Start geen nieuwe vergadering
Zet een 
in de chat als je een vraag hebt

Slide 1 - Tekstslide

P2: ZAKELIJK SCHRIJVEN

3M

2020-2021

Slide 2 - Tekstslide

VANDAAG: DRIE TEKSTSOORTEN
informele en formele brieven en e-mails
• formulieren
• korte instructieteksten
• aanwijzingen en gebruiksaanwijzingen
• verslagen
• artikelen (voor de schoolkrant, een jongerentijdschrift of een dagblad)
• advertenties
• schriftelijke verzoeken

Slide 3 - Tekstslide

ARTIKELEN: INLEIDING
In de inleiding noem je het onderwerp van het artikel.

Daarnaast kun je:
• de aanleiding vertellen (waarom je over het onderwerp schrijft).
• een voorbeeld geven van het onderwerp.
• een kort, grappig verhaaltje (anekdote) vertellen over het onderwerp.
• een vraag of vragen stellen die je in de tekst gaat beantwoorden.


Slide 4 - Tekstslide

ARTIKELEN: MIDDENSTUK

In het middenstuk schrijf je over elk deelonderwerp één alinea. Schrijf de belangrijkste informatie over het deelonderwerp in de eerste zin. Ga op dezelfde regel verder en geef in de rest van de alinea voorbeelden of uitleg bij het deelonderwerp.

Je tekst wordt duidelijker als je in de eerste zin van een alinea een signaalwoord gebruikt, zoals ook, ten tweede, bovendien.

 

Slide 5 - Tekstslide

ARTIKELEN: SLOT
In het slot kun je:

• de deelonderwerpen samenvatten.
• vertellen wat er in de toekomst waarschijnlijk nog gaat gebeuren (toekomstverwachting).
• een conclusie trekken.
• een advies geven.
• een antwoord geven op de vraag/vragen die je in de inleiding hebt gesteld.

Je kunt in het slot een signaalwoord gebruiken, zoals dus, kortom, dat betekent.


 

Slide 6 - Tekstslide

ARTIKELEN: BOUWPLAN

Slide 7 - Tekstslide

HOE SCHRIJF IK EEN ARTIKEL?
STAP 1: Lees eerst de beschrijving en de opdracht goed door. Beantwoord voor jezelf: 
- Wat voor tekst (tekstsoort) moet ik schrijven?
- Wat is het onderwerp van mijn tekst?

- Wat is het doel van mijn tekst?

- Wie is het publiek van mijn tekst?




Bij het CE: Je hebt meestal ook een tekst nodig die je voor een eerdere opdracht tijdens het examen al gelezen hebt.

Slide 8 - Tekstslide

HOE SCHRIJF IK EEN ARTIKEL?
STAP 2

Bekijk de lijst met punten die in je artikel moeten komen.


Markeer belangrijke punten. Bijvoorbeeld: 
- Noem de aanleiding...
- Geef jouw eigen ervaring...

- twee voordelen van ...

Slide 9 - Tekstslide

HOE SCHRIJF IK EEN ARTIKEL?
STAP 3

Orden de gevonden informatie
Verdeel de onderdelen over ten minste drie alinea's
(inleiding, middenstuk, slot)
Schrijf per alinea in steekwoorden op wat je gaat schrijven of maak een bouwplan

Slide 10 - Tekstslide

HOE SCHRIJF IK EEN ARTIKEL?
STAP 4
  • Je weet door de punten die je net hebt doorgenomen waar je op moet letten.
  • Streep de informatie die je nodig hebt uit de opdracht en eventuele tekst aan.
  • Zet voor de kantlijn het nummer van de opdracht waar de informatie bij past.

Slide 11 - Tekstslide

HOE SCHRIJF IK EEN ARTIKEL?
Stap 5
  • Schrijf je tekst in minimaal 100 woorden.
  • Een goedlopende tekst heeft volledige zinnen.
  • Maak de zinnen niet te lang.
  • Gebruik witregels tussen de alinea's
  • Zet een eigen titel boven het artikel
  • Zet je naam onder het artikel

Slide 12 - Tekstslide

HOE SCHRIJF IK EEN ARTIKEL?
Stap 6
  • Controleer de inhoud: heb je alle informatie uit stap 3 goed in de tekst staan?
  • Controleer het taalgebruik: kijk alle woorden en zinnen goed na en verbeter eventuele fouten. Gebruik een woordenboek als je niet weet hoe je een woord moet spellen. Let ook op leestekens.
  • Controleer de conventies (regels): zorg dat de indeling klopt en de tekst er verzorgd uitziet

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video