Kennis ww-spelling ophalen

ww-spelling klas 1 ophalen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

ww-spelling klas 1 ophalen

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoordsvormen:
PVTT
PVVT - sterke ww
PVVT - zwakke ww
VD
OD/OVD
VD BN
OD BN

Slide 2 - Tekstslide

Regels: 
Voorbeeldzinnen: 
PVTT
PVVT - sterke ww
PVVT - zwakke ww
VD
OD
Ik – vorm of ik-vorm +t
Verandert van klank
Hele ww -en, laatste letter in ’t kofschip? Ja+t
nee+d
 Hele ww-en, laatste letter in ’t kofschip? Ja+te(n), nee+de(n)
Altijd + d(e)
Jelle vindt Maud een leuke meid. 
 Hij liep vorige week naar school. 
Gisteren meldden mijn ouders mij ziek. 
Hij heeft de foto vergroot.
Rennend liep ze het lokaal uit.

Slide 3 - Sleepvraag

VD BN
OD BN
Huilende kinderen
Geschreven teksten
Voorbereidende gesprekken
Verroeste spijkers
Slaande ruzie
De scheidende directeur
De vergrote foto

Slide 4 - Sleepvraag

Maak een zinnen met het werkwoord:
vertellen
1. In zin 1 is het de PVTT

2. In zin 2 is het een PVVT

3. In zin 3 is het een VD

4. In zin 4 is het een BN, je mag zelf kiezen of het een VD of OD is. Geef aan wat je hebt gekozen. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Maak een zinnen met het werkwoord: 
gebeuren
1. In zin 1 is het de PVTT

2. In zin 2 is het een PVVT

3. In zin 3 is het een VD

4. In zin 4 is het een BN, je mag zelf kiezen of het een VD of OD is. Geef aan wat je hebt gekozen. 

Slide 7 - Tekstslide

Extra oefening 
focus: BN VD/ BN OVD + andere ww-vormen
1. Veel schaatsers schaatsen graag tussen de ... (wuiven) rietvelden op de bevroren Beulakerwijde.
2. De ... (afwijzen) huwelijkskandidaat keerde met ... (hangen) pootjes terug naar zijn ouderlijk huis.
3. In de bus terug bespraken de ... (verheugen) kerstmarktbezoekers enthousiast over de zojuist ... (aanschaffen) cadeautjes.
4. Als deze altijd ... (gokken) jongen ooit aan lager wal raakt, dan is dat zijn ... (verdienen) loon.
5. ... (vluchten) door de grotten werd James Bond ... (raken) door een kogel van zijn achtervolger.
6. De weggestuurde leerling is ... (tergen) langzaam het lokaal uit ... (wandelen).
7. Toen de ... (zakken) kandidaten de ... (teleurstellen) uitslag ... (hebben) ontvangen, waren ze blij.

Slide 8 - Tekstslide

Maak een zinnen met het werkwoord: verhuizen
1. In zin 1 is het de PVTT
2. In zin 2 is het een PVVT
3. In zin 3 is het een VD
4. In zin 4 is het een BN, je mag zelf kiezen of het een VD of OD is. Geef aan wat je hebt gekozen. 

Slide 9 - Tekstslide

Engelse werkwoorden + andere ww-vormen

1. Onze nieuwe buurvrouw ... (joggen) elke morgen van 7 tot 8 uur.
2. Suus ... (zappen) bij elke reclame naar een andere zender.
3. Heeft je vader je ... (onterven), omdat jij hem ... (verwaarlozen).
4. Dit bedrijf ... (leasen) voor alle werknemers een auto.
5. Verschillende landen hadden in 1980 de Olympische Zomerspelen in Moskou vanwege de Russische inval in Afghanistan ... (boycotten).


Slide 10 - Tekstslide

Engelse werkwoorden + andere ww-vormen
6. Is die door de Mossad ... (bespieden) journalist gisteren plotseling ontvoerd?
7. Mijn kleine broertje ... (gamen) de vorige vakantie de hele dag.
8. De trapezewerker ... (timen) verkeerd, zodat zijn collega misgreep.
9. Economen ... (vermoeden) vorig jaar al dat de maatregelen de economie zullen ontwrichten.
10. Het heeft mij altijd ... (verbazen) dat je zo vaak ... (verhuizen).

Slide 11 - Tekstslide