Chapitre 3 MHV1

Le programme aujourd'hui 14 février 

- Phrases-clés G herhalen, oefenen
- Bezittelijk voornaamwoord : mon, ma mes/ ton, ta ,tes/ son, sa ses...etc.


1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo t, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Le programme aujourd'hui 14 février 

- Phrases-clés G herhalen, oefenen
- Bezittelijk voornaamwoord : mon, ma mes/ ton, ta ,tes/ son, sa ses...etc.


Slide 1 - Tekstslide

Phrases-clés G

Slide 2 - Tekstslide

 A: Tu aimes (noem een vak)?

< B: (Geef antwoord.)
> A: Qui est ton prof de/d’ (noem een vak)?
< B: C’est monsieur/madame (noem de naam).
> A: Il/Elle est sévère?
< B: (Geef antwoord.)
> A: Quelle est ta matière préférée?
< B: (Noem een vak) est ma matière préférée.






Slide 3 - Tekstslide

 A: Tu aimes l'histoire?

< B: Oui, j'aime l'histoire/ je n'aime pas l'histoire.
> A: Qui est ton prof de Néerlandais.
< B: C’est madame Gerretzen.
> A: Elle est sévère?
< B: Non, elle n'est pas sévère.
> A: Quelle est ta matière préférée?
< B: la géographie / l'anglais est ma matière préférée.






Slide 4 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord 
Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf kun je vertellen welke vakken je leuk en niet leuk vindt en waarom en kun je het bezittelijke voornaamwoord gebruiken.

Slide 5 - Tekstslide

uitleg MIJN
LE --> MON 
LA --> M
LES --> MES
voorbeeld: 
MON sac à dos, MA trousse, MES stylos

Slide 6 - Tekstslide

uitleg JOUW
LE --> TON.
LA --> TA
LES --> TES

Slide 7 - Tekstslide

uitleg Zijn/ HAAR
LE --> SON.
LA --> SA
LES --> SES
voorbeeld: 
haar vader => le père. SON père. ( het gaat om het woord père die m is )
Zijn moeder=> la mère . Sa mère( het gaat om het woord mère die v is) 


Slide 8 - Tekstslide

kort samengevat
LE
LA
LES
MIJN
MON
MA
MES
JOUW
TON
TA
TES
ZIJN/ HAAR
SON
SA
SES

Slide 9 - Tekstslide

C'est (mijn) ... stylo.
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 10 - Quizvraag

C'est (mijn) ... stylos.
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 11 - Quizvraag

Mon, ma, mes?
___ langue
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 12 - Quizvraag

C'est (jouw) ... gommes
A
ton
B
ta
C
tes

Slide 13 - Quizvraag

C'est (zijn) ___ amie (v).
A
son
B
sa
C
ses

Slide 14 - Quizvraag

C'est (mijn) ___ livre
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 15 - Quizvraag

C'est (mijn) ___ grand-parents.
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 16 - Quizvraag

C'est (onze) ___ maison.
A
notre
B
nos

Slide 17 - Quizvraag

C'est (onze) ___ maisons.
A
notre
B
nos

Slide 18 - Quizvraag

C'est (uw) ___ collège.
A
votre
B
vos

Slide 19 - Quizvraag

C'est (uwe) ___ profs.
A
votre
B
vos

Slide 20 - Quizvraag

gomme
stylos
sac à dos
mon
ma
mes

Slide 21 - Sleepvraag

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
une trousse
ma 
mon
mes
ton
ta
tes

Slide 22 - Sleepvraag

haar zus
haar broer
haar broers
son frère
sa frère
ses frère
son soeur
sa soeur
ses soeur
son frères
sa frères
ses frères

Slide 23 - Sleepvraag

kort samengevat
LE
LA
LES
ONS
ONZE
NOTRE
NOTRE
NOS
UW
JULLIE
VOTRE
VOTRE
VOS
HUN
LEUR
LEUR
LEURS

Slide 24 - Tekstslide

Choisis/ Kies :
Nous sommes au lycée Sint Nicolaas. C'est (onze) collège
A
notre
B
nos

Slide 25 - Quizvraag

Choisis/ Kies :
Nous aimons (onze) profs
A
notre
B
nos
C
nous

Slide 26 - Quizvraag


Je m'appelle Floris. J'ai 12 ans. Je suis hollandais. Je suis au lycée Sint Nicolaas à Amsterdam. Je suis en 5e. Je commence à huit heures et demie. Je finis à trois heures et demie. Pendant le déjeuner, je mange des tartines. Ma matière préférée est le français. La matière que je n'aime pas est la géographie. Mon prof préféré est Madame Duschmol. 


Slide 27 - Tekstslide

- Tu aimes la géographie?
Vervang het woord aardrijkskunde met geschiedenis en schrijf de vraag opnieuw

Slide 28 - Open vraag

Vertaal: ik houd van wiskunde.

Slide 29 - Open vraag

vertaal: ik houd niet van aardijskunde.

Slide 30 - Open vraag

vertaal : wat is je lievelingsvak?

Slide 31 - Open vraag

Tes devoirs / jouw huiswerk
                                    Apprends (leer) 
                                    1-  les phrases-clés  C et G 
                                    2- vocabulaire  A, B, E, F
                                    3- Grammaire  D , H
                                    

Slide 32 - Tekstslide