Schrijfvaardigheid les 1

Writing
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Writing

Slide 1 - Tekstslide

Lesson Goals
I can use a topic sentence, supporting sentences, and a closing sentence in my writing.

I can work with a classmate to write about a dream holiday


Slide 2 - Tekstslide

Can-do statements
1. Korte, eenvoudige teksten schrijven over bekende onderwerpen, zoals hun hobby's, familie, of dagelijkse routine.
2. Mening en ervaringen beschrijven met korte en duidelijke zinnen.
3. Informatie en ideeën verbinden met eenvoudige verbindingswoorden (and, but, because).
4. Instructies of beschrijvingen schrijven met eenvoudige structuren.

Slide 3 - Tekstslide

Structure 
“It’s very relaxing and makes me happy.”
“My favorite hobby is drawing.”
“I love creating new things on paper, like animals or cartoons.”


wat is de juiste volgorde van deze 3 zinnen
timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

Structure 
“My favorite hobby is drawing. 
I love creating new things on paper, like animals or cartoons. 
It’s very relaxing and makes me happy.''

Hoofdzin
Ondersteunende zin
Afsluitende zin

Slide 5 - Tekstslide

“Learning English is very important. It helps me talk to people from other countries. It’s also useful if I want to work abroad.”


Slide 6 - Tekstslide

Geef een voorbeeld tekst met 3 zinnen; hoofdzin, ondersteunende zin en afsluitende zin.

Slide 7 - Open vraag

Superpowers

Slide 8 - Tekstslide

Hero (Held):

Een hero is de goede persoon in een verhaal. Dit is meestal iemand die moedig, aardig en behulpzaam is. De hero probeert anderen te helpen en het probleem in het verhaal op te lossen.

Kenmerken:
Ze zijn dapper en vechten voor wat juist is.
Ze hebben vaak sterke waarden, zoals eerlijkheid en loyaliteit.
Ze willen anderen beschermen of redden.
Voorbeelden:
Superman: Hij redt mensen en vecht tegen slechteriken.
Harry Potter: Hij beschermt zijn vrienden en verslaat Voldemort.

Slide 9 - Tekstslide

Anti-Hero (Antiheld):
Een anti-hero is niet perfect zoals een hero. Ze maken fouten of zijn soms egoïstisch, maar uiteindelijk proberen ze toch het juiste te doen. Ze zijn vaak ingewikkelder en minder voorspelbaar.
Kenmerken:
Ze doen goede dingen, maar soms met slechte of egoïstische bedoelingen.
Ze twijfelen of vinden het moeilijk om het juiste te doen.
Ze lijken soms meer op een “gewone persoon” dan een held.
Voorbeelden:
Deadpool: Hij is grappig en soms gemeen, maar uiteindelijk helpt hij mensen.
Jack Sparrow (Pirates of the Caribbean): Hij is een piraat die vooral aan zichzelf denkt, maar hij redt vaak anderen.

Slide 10 - Tekstslide

Villain (Slechterik):
Een villain is de slechterik in een verhaal. Deze persoon probeert de hero te stoppen of het probleem erger te maken. Ze doen slechte dingen en denken vaak alleen aan zichzelf.
Kenmerken:
Ze zijn gemeen en egoïstisch.
Ze willen macht, rijkdom, of wraak.
Ze proberen de hero of anderen pijn te doen.
Voorbeelden:
Voldemort (Harry Potter): Hij wil macht en is bereid iedereen te doden om zijn doel te bereiken.
The Joker (Batman): Hij houdt ervan om chaos te veroorzaken en Batman tegen te werken.

Slide 11 - Tekstslide

Zelfstandig
Write a story about 
- What kind of superwpowers you would have?
- How did you get this power?
- Are you the hero, anti-hero or a villain?
- Would you tell anyone about your powers? Is it a secret or not? And who knows bout it
100 words
timer
25:00

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Zelfstandig
Write a letter to your future self
100 words 
- Say what you hope you to have achieved
- Ask yourself some questions 
Etc.
timer
25:00

Slide 14 - Tekstslide