5.2 Regionale verschillen

Welkom
Opgeladen laptop op je tafel
Tas op het rek en Jas in je kluis/ aan de kapstok
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Opgeladen laptop op je tafel
Tas op het rek en Jas in je kluis/ aan de kapstok

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag leren?
In Duitsland neemt de bevolking af, maar niet overal. Hoe verklaar je die verschillen? En wat zijn de gevolgen voor de groei- en krimpgebieden?

Leerdoel: Waar in Duitsland groeit de bevolking, waar neemt die af en wat zijn de gevolgen daarvan voor de inrichting?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Een afstotingsfactor is
A
veel werk
B
goede lonen
C
smog
D
voorzieningen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een belangrijke aantrekkingsfactor van West-Duitsland?
A
Werkgelegenheid
B
Communisme
C
De landbouwsector
D
Armoede

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een belangrijke aantrekkingsfactor voor West-Duitsland?
A
Verouderde fabrieken
B
Werkloosheid
C
Vergrijzing
D
modernisering industrie

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een afstotingsfactor?
A
Oorlog
B
Ruimte
C
Werkgelegenheid
D
Veiligheid

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een aantrekkingsfactor om te verhuizen?
A
veel werk
B
lage lonen
C
oorlog
D
overstromingen

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een afstotingsfactor om te verhuizen?
A
hoge lonen
B
veel familie
C
burgeroorlog
D
goede scholen

Slide 14 - Quizvraag

Afstotingsfactot (Pushfactor)
Aantrekkingsfactor(Pullfactor)
Natuurramp
Werkeloosheid
Veiligheid
Familie

Slide 15 - Sleepvraag

Pull factor
Push factor
Aantrekkingsfactor
Afstotingsfactor

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Begrippen
Aantrekkingsfactor     Een reden om naar een gebied toe te gaan.
afstotingsfactor           Een reden om uit een gebied weg te gaan.
communistisch            Systeem waarbij de staat alles bezit en bepaalt.
kapitalistisch               Systeem waarin ondernemers produceren wat de markt (de mensen) vraagt.
staat                             Een duidelijk begrensd gebied waar een regering de macht heeft.

Slide 19 - Tekstslide

Succescriteria
Wat moet je kennen en kunnen?
  • Je kunt beschrijven hoe Duitsland in twee staten was verdeeld.
  • Je kunt beschrijven welke verschillen er waren tussen oost en west.
  • Je kunt de gevolgen van die verschillen tussen oost en west beschrijven voor de bevolkingsontwikkeling en de voorzieningen in Oost- Duitsland.
  • Je kunt beschrijven en verklaren hoe de groei en krimp in d rest van Duitsland is verlopen.

Slide 20 - Tekstslide

Examenvraag van de Dag

Slide 21 - Tekstslide

Bekijk de bron over Nederland, bevolkingstoename per landsdeel (in %) ten opzichte van het jaar 2000.
Is de stelling juist of onjuist.

De vier landsdelen hadden in de periode 2000-2010 allemaal een bevolkingstoename.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Bekijk de bron over Nederland, bevolkingstoename per landsdeel (in %) ten opzichte van het jaar 2000.
Is de stelling juist of onjuist.

Oost-Nederland had in de periode 2000-2005 en in de periode 2006-2010 de sterkste bevolkingsgroei.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Bekijk de bron over Nederland, bevolkingstoename per landsdeel (in %) ten opzichte van het jaar 2000.
Is de stelling juist of onjuist.

In Noord-Nederland liep tussen 2000 en 2010 de bevolkingsgroei terug.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Aan de slag
Je mag aan de slag met de opdrachten van §5.2 in Learnbeat

Slide 25 - Tekstslide