In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 3
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
Slide 1 - Tekstslide
1. Lesopening
Pak je boek en schrift van Nederlands, laat het nog even dicht.
Slide 2 - Tekstslide
2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
Voorbeeld: als er staat schrijf de zin over, dan doe je dat.
Slide 3 - Tekstslide
Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie.
Namen lln
- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag.
Namen lln
- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten.
Namen lln
Slide 4 - Tekstslide
3. Lesdoel
Aan het eind van deze les;
- kun je alinea's en tussenkopjes aanwijzen in een tekst.
- kun je in een tekst de inleiding, het middenstuk en het slot herkennen.
Slide 5 - Tekstslide
Verdiept arrangement:
Namen lln.
Huiswerk noteren + maken:
Les: 3.12/3.13
blz.: 118 t/m 120
opdr.: 30 + 31 + 32 + 34
Slide 6 - Tekstslide
Minicheck:
Quiz mee!
Wat weet je al van de lesdoelen?
Slide 7 - Tekstslide
Hoe noem je een stukjes waarin een tekst verdeeld is?
Slide 8 - Open vraag
In elke alinea wordt een nieuw stukje over het onderwerp verteld. juist of onjuist?
Slide 9 - Open vraag
In welke 3 delen kun je een tekst verdelen?
Slide 10 - Open vraag
3 vragen goed?
Maak les 3.12/3.13 opdr. 30 + 31 + 32, op blz. 117 t/m 120.
De rest doet mee met de instructie!
Slide 11 - Tekstslide
4. Instructie
Lees mee op de volgende dia's.
Slide 12 - Tekstslide
Alinea's en tussenkopjes
Een tekst is verdeeld in stukjes: alinea’s.
In elke alinea wordt iets anders verteld over het onderwerp. Een alinea begint altijd op een nieuwe regel. Vaak staat er tussen alinea’s een witregel.
Slide 13 - Tekstslide
Alinea's en tussenkopjes
Boven een alinea of een groepje alinea’s kan een tussenkopje staan.
Een tussenkopje geeft aan waar de alinea over gaat.
Alinea's en tussenkopjes horen ook bij verkennend lezen!
Slide 14 - Tekstslide
Kijk goed
naar deze
Nieuwsbegrip
tekst.
Je ziet titel,
tussenkopjes,
inleiding, bron
en plaatjes.
Bij een
tekst van
Nieuwsbegrip
gaan we altijd
eerst
verkennend
lezen.
Wat is de titel?
Wat weet je er
al van? enz.
Slide 15 - Tekstslide
Inleiding/middenstuk/slot
Inleiding - Meestal één alinea - De schrijver vertelt waar de tekst (het onderwerp) over gaat.
Middenstuk - Meestal meerdere alinea's. De alinea vertelt over het deelontwerp - De schrijver vertelt meer over het onderwerp
Slot - Meestal één alinea - De schrijver maakt een duidelijke einde aan de tekst (het onderwerp)
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 3.12/3.13 opdr. 30+31+32 op blz. 117 t/m 120
Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Namen lln... kom aan de instructietafel zitten.
Dan gaan we samen aan de slag.
Slide 18 - Tekstslide
6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt : les 3.12/3.13
V: opdr. 30 t/m 34 (-33) op blz. 117 t/m 120 --> namen lln
B: opdr. 30 t/m 32 op blz. 117 t/m 120 --> namen lln
I: opdr. 30 t/m 32 op blz. 117 t/m 120 --> namen lln
Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig.
2. Huiswerk ander vak afmaken.
3. Leren toets/lezen/woordzoeker.
timer
30:00
Slide 19 - Tekstslide
7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee!
Slide 20 - Tekstslide
Een tekst heeft altijd maar 1 tussenkopje
A
juist
B
onjuist
Slide 21 - Quizvraag
Alinea's en tussenkopjes horen niet bij verkennend lezen.
A
juist
B
onjuist
Slide 22 - Quizvraag
Een tekst heeft altijd maar 1 alinea in het middenstuk
A
juist
B
onjuist
Slide 23 - Quizvraag
Het slot is meestal 1 alinea
A
juist
B
onjuist
Slide 24 - Quizvraag
Afsluiting
- Ruim je boek en schrift van NE op als je klaar bent.