Les 6 par. 2.4 Dichtheid, 2Havo

Startklaar, 2H

Boek en schrift op tafel
Pak een pen, potlood en rekenmachine
Pak je laptop
Tas op de grond

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Startklaar, 2H

Boek en schrift op tafel
Pak een pen, potlood en rekenmachine
Pak je laptop
Tas op de grond

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom!
Natuurkunde - 2h  Les 6
  • Massa en volume herhalen
  • Uitleg dichtheid
  • 2 kleine opdrachten
  • Verdere uitleg
  • Huiswerk
Lesplanning

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoelen
  • Je kan uitleggen wat dichtheid betekent.
  • Je kent de formule voor dichtheid en kan hiermee rekenen
  • je kan uitleggen wat er gebeurd als er stoffen met verschillende dichtheden bij elkaar komen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De afkorting voor massa is...?

A
g
B
cm
C
p
D
m

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de afkorting van Volume?

A
L
B
V
C
p
D
m

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke formule gebruik je bij het berekenen van het volume van een blokje?
A
l x b x h
B
m/v
C
p x v
D
m3

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het zwaarste...
A
een kilo zilver
B
een kilo veren
C
twee kilo veren
D
een kilo kip met veren

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft het kleinste volume
A
kilo goud
B
kilo lood
C
kilo water
D
kilo lucht

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

§2.3 
opdracht 1  t/m 10

Vragen over het huiswerk?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sommige stoffen zijn 'zwaarder'

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dichtheid
De dichtheid zegt iets over hoeveel materiaal (massa) er in een bepaalde ruimte (volume) zit. De combinatie van die twee geeft je de dichtheid. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dichtheid(2)
Het blijkt dat elke stof zijn eigen dichtheid heeft. Als je gaat kijken naar hoeveel 1 cm3 goud weegt, dan is dat altijd 19,3 gram. Bij ijzer is dat 7,9 g per cm3

De dichtheid is per stof verschillend, Dichtheid is dus een stofeigenschap!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dichtheid(3)
De formule van dichtheid is                                 

Dit kan je ook in symbolen opschrijven                          ,      (     betekent rho)

De eenheid van dichtheid is       /
cm3
g
ρ=vm
dichtheid=volumemassa
ρ

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dichtheid van een aantal stoffen
Door de dichtheid van een stof te bepalen kun je er dus achter komen met welke stof je te maken hebt...

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dichtheid van een stof  berekenen
In formule:  
                                                 
ρ=m/V

ρ= Dichtheid in gram per kubieke centimeter (g/cm3) 
m= Massa in gram (g)
V= Volume in kubieke centimeter (cm3) 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Los de volgende vragen op
B.
Op een pak kokosmelk staat: 1000g | 930mL

Welk volume hoort er bij een pakje van 200g? 
A.
Brandon heeft een goudkleurige ketting met een massa van 72g en een volume van 6        . Is deze ketting van g 
timer
8:00
cm3

Slide 16 - Tekstslide

72/6 = 12 g/cm3
930/5 = 180.6g

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen in dichtheid
De dichtheid zegt nog meer. Iets met een kleine dichtheid ligt altijd boven op iets met een grote dichtheid. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoelen
  • Je kan uitleggen wat dichtheid betekent.
  • Je kent de formule voor dichtheid en kan hiermee rekenen
  • je kan uitleggen wat er gebeurd als er stoffen met verschillende dichtheden bij elkaar komen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

§2.4: opdracht 1 t/m 10

extra uitleg:
omrekenen eenheden ?


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omrekenen eenheden
Voorvoegsel
Betekenis
Getal
milli (m)
duizendste
0,001
centi (c)
honderdste
0,01
deci (d)
tiende
0,1
deca (da)
tien
10
hecto (h)
honderd
100
kilo (k)
duizend
1000

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht over dichtheid
klassikaal en bereken in 2-tallen de dichtheid van de  blokjes. 

blokje A: m = 19.3g, V = 5.5cm3
blokje B: m = 0,40g, V = 1,0cm3
blokje C: ρ=m/V --> 19,32/1,0= 19,32 Goud
blokje D: ρ=m/V --> 5,0/5,0= 1,0 Water
blokje E: ρ=m/V --> 2,80/7,0

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

nakijken
blokje A:  ρ=m/V --> 19,30/5.50= 3,52 Diamant 
blokje B: ρ=m/V --> 0,40/1,0= 0,40 Hout
blokje C: ρ=m/V --> 19,32/1,0= 19,32 Goud
blokje D: ρ=m/V --> 5,0/5,0= 1,0 Water
blokje E: ρ=m/V --> 2,80/7,0= 0,40 Hout

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat hebben we geleerd vandaag? 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eenheid van dichtheid is...
A
g/cm3
B
cm3/g
C
kg/L
D
L/kg

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je het de massa deelt door het volume dan bereken je...
A
het gewicht
B
de inhoud
C
de dichtheid
D
de zwaarte

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De dichtheid van water is 1,0 kg/dm3. Wat kan NIET kloppen?
A
dichtheid benzine is 0,72 kg/dm3
B
dichtheid steen is 0,95 kg/dm3
C
dichtheid beton is 2,3 kg/dm3
D
dichtheid goud is 19,3 kg/dm3

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De blokken zijn gemaakt van hetzelfde materiaal.
Wat kun je zeggen over de dichtheid?

A
Blok 1 heeft de grootste dichtheid
B
Blok 2 heeft de grootste dichtheid
C
De dichtheid van beide blokken is gelijk
D
Je kunt niet weten welk blok de grootste dichtheid heeft

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De dichtheid van water is 1,0 kg/dm3. Wat kan NIET kloppen?
A
dichtheid benzine is 0,72 kg/dm3
B
dichtheid steen is 0,95 kg/dm3
C
dichtheid beton is 2,3 kg/dm3
D
dichtheid goud is 19,3 kg/dm3

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zout water heeft ...
A
een hogere dichtheid dan zoet water
B
een lagere dichtheid dan zoet water
C
dezelfde dichtheid als zoet water

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De dichtheid van 1 kilogram lood en 1 gram lood
A
is gelijk
B
is niet gelijk

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welk voorwerp, A of B, heeft de grootste dichtheid?
A
blok A
B
blok B
C
de dichtheid van beide blokken is even groot
D
dat kun je niet zeggen! (te weinig gegevens)

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies