Debatteren

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 


Wat is debatteren?
Basisregels goed debat.
Opdrachten.
Het debat zelf.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat is debatteren? 
Formelere manier
Onderwerp + Deelnemers van tevoren bekend
Afspraken aanvangstijd en eindtijd
Aanwezigheid derde partij = de toeschouwers


DOEL van het debat; het overtuigen van het publiek en de jury
ROL deelnemers debat; publiek informeren en beïnvloeden publiek

Slide 4 - Tekstslide

Basisregels voor een goed debat.
  • Het debat gaat over een duidelijk afgebakend onderwerp; de stelling 
  • Het debat kent twee teams: de voor- en de tegenstanders 
  • Debaters verdedigen niet hun eigen mening, maar de stelling 
  • Vrijheid van het woord  
  • Inspanningsverplichting; helder argumenten geven – de debatleider bepaalt altijd wie er aan het woord is. 
  • Acceptatie van de uitkomst; Respect voor het jury oordeel 

Slide 5 - Tekstslide

1. Warming up! SALESMAN
Probeer een simpel voorwerp zo overtuigend mogelijk te verkopen in 1 minuut
( denk aan een beker, pen, mobiele telefoon etc.)
  • 5 minuten voorbereiding 
  • 2 presentaties 
Publiek / Jury; Wie van de twee was het meest overtuigend en waarom?

Slide 6 - Tekstslide

2. Warming up! TROUBLESPEECH
= De spreker moet zich verbaal zien te handhaven in een denkbeeldige, vrijwel onmogelijke situatie.
Scenario 1
Een docent heeft de gemaakte proefwerken in de bus laten liggen; wat zegt hij/zij tegen de leerlingen?
Scenario 2
Een fabriek blijkt jarenlang naaktslakken te hebben verwerkt in de vruchtensappen en babyvoeding; wat zegt de woordvoerder tegen de toegestroomde pers?

Kies individueel een scenario. Bereid een presentatie voor! 5 min tijd.

Slide 7 - Tekstslide

3. Warming up! Verdedig het onverdedigbare 
Geef een korte speech met argumenten over een ‘onverdedigbare stelling’. Probeer zoveel mogelijk orginele en creatieve argumenten te geven om toch de stelling te verdedigen.
Groepen van 3 personen + 1 captain (totaal 4 dus)
5 minuten voorbereiding – 2 minuten om de drie argumenten te geven

Slide 8 - Tekstslide

Roken moet verplicht worden voor iedereen

Slide 9 - Tekstslide

Alle huwelijken zouden na 10 jaar afgebroken moeten worden

Slide 10 - Tekstslide

4. Het ballondebat
Neem een bekende Nederlander in gedachten.
(Marco Borsato, Geert Wilders, Koning Willem Alexander, Maxima, Zanger Rinus, Gordon, Patrick Kluivert, Arjen Robben, etc.)

Het is een heerlijke dag en iedereen geniet van het uitzicht. Maar dan gaat het helemaal mis! De ballon dreigt tegen de plaatselijke kerk aan te vliegen! Om snel op te stijgen moeten twee BN’ers overboord worden gegooid.

Slide 11 - Tekstslide

Ronde 1
Elke ballonvaarder moet in een speech van maximaal één minuut aangeven waarom hij beslist in de ballon moet blijven zitten. Waarom is hij of zij onmisbaar.

Slide 12 - Tekstslide

Ronde 2
Elke ballonvaarder moet dit keer een speech houden over waarom de andere twee beslist niet in de ballon mogen blijven zitten – waarom zij misbaar zijn! 

Slide 13 - Tekstslide

Hoe verloopt een debat? 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Wat zijn de verschillen? 

Slide 17 - Tekstslide

Hoe gaan we het doen in de klas?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide

Regels Debatteren
Publiek
Luistert aandachtig en respectvol
Geeft na afloop commentaar op het debat
Respecteert de uitslag van de jury
Maximaal 10 minuten per stelling.
Sta op wanneer je iets wilt zeggen.
De debatleider bepaalt wie er spreekt.

Slide 26 - Tekstslide

De doodstraf moet weer worden ingevoerd



Stelling 3
Groep 2 tegen 3.

Slide 27 - Tekstslide

Vluchtelingen hebben hier niks te zoeken. 




Stelling 2
Groep 1 tegen groep 3

Slide 28 - Tekstslide

Debatteren
Terugkijken:
Hoe gingen de debatten?
Wat ging goed?
Wat zijn de aandachtspunten?

Wat heb je geleerd?

Slide 29 - Tekstslide