Samenvatting 1.4 t/m 1.7

Samenvatting 1.4 t/m 1.7
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Samenvatting 1.4 t/m 1.7

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Herhalen we wat mitose en meiose is en hoe deze plaats vindt

Slide 2 - Tekstslide

Planning
-uitleg chromosomen
- uitleg mitose/celdeling
- uitleg meiose
- aan het werk!

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn chromosomen?

Slide 4 - Open vraag

DNA zit in de celkern
en is meestal niet opgerold: losse draden

Slide 5 - Tekstslide

chromosomen
In de celkern liggen chromosomen.

Chromosomen zijn opgebouwd uit een eiwit en DNA.

DNA bevat de informatie voor je erfelijke eigenschappen. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel paar chromosomen heeft de mens?

Slide 8 - Open vraag

Chromosomen 23 paar in lichaamscellen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat maakt dat 2 chromosomen een paar vormen?

Slide 12 - Open vraag

Chromosomen met informatie over hetzelfde onderdeel vormen een paar
Ze zijn dus niet hetzelfde!
Maar bevatten informatie over dezelfde dingen.

1 van papa
1 van mama

Slide 13 - Tekstslide

De celkern van de zaadcel en de celkern van de eicel smelten samen
Beide bevatten 23 chromosomen.

Deze vormen paren.
1 van man, 1 van vrouw = 1 paar

kind heeft 46 chromosomen

Slide 14 - Tekstslide

Zichtbaar bij deling: 
DNA rolt/vouwt zich op in bepaalde structuur. De chromosomen worden zichtbaar

Slide 15 - Tekstslide

Waneer kun je chromosomen zien?

Slide 16 - Open vraag

Waarom is celdeling nodig?

Slide 17 - Open vraag

Groei, herstel, veroudering-> nieuwe cellen nodig!

Slide 18 - Tekstslide

mitose
Gewone celdeling = mitose
Celdeling waarbij geslachtscellen ontstaan = meiose

Slide 19 - Tekstslide

Mitose en meiose
Meiose:
  • Reductiedeling
  • Functie: Maken van geslachtscellen
Mitose:
  • Gewone celdeling
  • Functie: bijmaken van lichaamscellen voor groei, vervangen en herstel

Slide 20 - Tekstslide

Mitose (gewone celdeling)
 1) DNA verdubbelt zich
2) DNA wordt zichtbaar
3) Kerndeling: de celkern deelt zich in tweeën.
4) Celdeling: het cytoplasma deelt zich in tweeën zodat twee cellen ontstaan.
5) Plasmagroei: de gedeelde cellen vormen extra cytoplasma.

Na de celdeling zijn uit één cel (de moedercel) twee nieuwe cellen ontstaan (de dochtercellen). 

Slide 21 - Tekstslide

Hoe kunnen de dochtercellen evenveel genetisch materiaal hebben als de moedercel?

Slide 22 - Tekstslide

Mitose (gewone celdeling)
Stap 1: kopiëren van de chromosomen. Als voorbereiding op de kerndeling vormt elk chromosoom een kopie van zichzelf (het origineel).
Stap 2: spiraliseren van de DNA-ketens. De DNA-ketens van elk chromosoom rollen op tot een spiraal. Hierdoor worden de chromosomen korter en dikker. De chromosomen worden daardoor zichtbaar door een microscoop.
Stap 3: kerndeling. De twee DNA-ketens (origineel en kopie) van elk chromosoom gaan uit elkaar. Het ene punt waarop ze aan elkaar vastzitten, laat los. Elke dochtercel krijgt van elk chromosoom een van de twee DNA-ketens. Elke dochtercel bevat daardoor dezelfde informatie voor erfelijke eigenschappen als de moedercel. Het zijn dus exacte kopieën van de moedercel.

Slide 23 - Tekstslide

Mitose (gewone celdeling)
Stap 4: celdeling. Tussen de kernen van beide dochtercellen ontstaan twee celmembranen. Daardoor wordt het cytoplasma van beide dochtercellen gescheiden. Er zijn nu twee dochtercellen ontstaan.
Stap 5: Plasmagroei waardoor de dochtercellen even groot worden als de moedercel

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Mitose
Fases van de celdeling:
1. Spiraliseren van de chromosomen
2. Verdubbeling van de chromosomen
3. Kerndeling waarbij de kopietjes uit elkaar worden getrokken
4. Celdeling
5. Plasmagroei

Slide 26 - Tekstslide

Waarom moet die celdeling anders bij de vorming van geslachtscellen?

Slide 27 - Open vraag

Meiose
Menselijke geslachtscellen hebben maar 23 chromosomen. Dit komt doordat geslachtscellen ontstaan na een reductiedeling of meiose. Reductie betekent vermindering. Geslachtscellen bevatten maar één chromosoom van elk chromosomenpaar. Een geslachtscel bevat dus 23 chromosomen.

Bij versmelten van één zaadcel (23 chromosomen) en eicel (23 chromosomen) ontstaat er weer een cel met 46 chromosomen.

Slide 28 - Tekstslide

Meiose (reductiedeling)
1 Cel waaruit de geslachtscellen ontstaan. De chromosomen zijn niet te zien. Alle chromosomen zijn in paren aanwezig.
2 Van elke DNA-keten ontstaat een kopie. De DNA-ketens worden korter en dikker. De chromosomen zijn nu zichtbaar.
3 Het kernmembraan verdwijnt. De chromosomen gaan in het midden van de cel liggen. De chromosomenparen gaan uit elkaar.

Slide 29 - Tekstslide

Meiose (reductiedeling)
 4 De cel deelt: in elke dochtercel zit één chromosoom met twee DNA-ketens.
5 De twee DNA-ketens van elk chromosoom gaan uit elkaar.
6 Er zijn vier cellen ontstaan. Per cel komt elk chromosoom slechts één keer (enkelvoudig) voor. (De chromosomen zijn nu niet meer te zien, maar voor de duidelijkheid wel getekend.)

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag!
Animatie nog een keer bekijken: https://www.bioplek.org/animaties/cel/mitose.html
en:  https://biologiepagina.nl/Videobiologie/mitose.htm

Oefenstof: https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Mitose/mitose.htm

Slide 31 - Tekstslide