Reisen 4HV
1 / 19
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
die Strecke =
A
het doel
B
de locatie
C
de route
D
daarom
Slide 7 - Quizvraag
schützen =
A
verkennen
B
afzien van
C
beschermen
D
verzoeken
Slide 8 - Quizvraag
das Ziel
A
zelfs
B
de route
C
de oortjes
D
het doel
Slide 9 - Quizvraag
forschen =
A
beschermen
B
organiseren
C
onderzoeken
D
bovendien
Slide 10 - Quizvraag
nie =
A
niet
B
nooit
C
niet meer
D
nog niet
Slide 11 - Quizvraag
bitten =
A
verzoeken
B
afzien van
C
bieden
D
duren
Slide 12 - Quizvraag
obwohl
A
daarom
B
hoewel
C
volgens
D
uitgeput
Slide 13 - Quizvraag
der Brauch =
A
de buik
B
zelfs
C
de locatie
D
het gebruik
Slide 14 - Quizvraag
immer =
A
nooit
B
altijd
C
bijna
D
vaak
Slide 15 - Quizvraag
oft =
A
nooit
B
zelden
C
vaak
D
altijd
Slide 16 - Quizvraag
wichtig =
A
bijna nooit
B
vaker
C
belangrijk
D
niet belangrijk
Slide 17 - Quizvraag
nur =
A
alleen (maar)
B
maar
C
nooit
D
altijd
