H 11 Oppervlakte en inhoud 3 GT Mavo lj 3 (hk)

Oppervlakte en Inhoud (H11)
MAVO klas 3
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Oppervlakte en Inhoud (H11)
MAVO klas 3

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

11-1  Oppervlakte balk en cilinder

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

  • Bij de volgende 2 slides staan filmpjes over hoe je de OPPERVLAKTE  van een cilinder berekent. 
  • De eerste is een uitgebreider uitlegfilmpje
  • De tweede is de verkorte versie 

Kies één van de twee om te bekijken.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video



Bereken de oppervlakte van deze cilinder.
maak deze in je schrift, je krijgt hier 5 minuten voor.

Slide 10 - Tekstslide




bovenkant: 
onderkant:
mantel: 
totaal:   

De oppervlakte van deze cilinder is 245,1                           

De oppervlakte van deze cilinder: 
π32=28,3
π32=28,3
π610=188,5
245,1
Omdat er in de tekening en de vraag geen eenheden staan, kan je die ook niet in je antwoord zetten. 
de mantel is een rechthoek:  de "breeedte"  = 10, de lengte =de omtrek van de cirkel
oppervlaktemantel:πdiameterhoogte

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

par 11-2
Inhoud samengestelde figuren

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

formulekaartje: 
Formules: 
  • Omtrek cirkel = diameter × π 
  • Opp cirkel = straal x straal x  π    
  • Inhoud cilinder = opp bodem × hoogte 
  • Inhoud prisma = opp bodem × hoogte 
  • Inhoud kegel = opp bodem × hoogte : 3 
  • Inhoud piramide = opp bodem × hoogte : 3  

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Aanpak bij INHOUD berekenen 
1. Hoe heet het ruimtefiguur? Moet ik hem nog verdelen in aparte stukjes (bij een samengesteld figuur)? 
2. Welke formule hoort erbij? 
3. Heb ik alle maten in dezelfde eenheid omgerekend? 
4. Vul de formule in en reken uit. 
5. Geef antwoord op de vraag:    > waar gaat het over,   >waar moet ik op afronden,   >welke een eenheid hoort erbij?   

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

par 11-3
Inhoud prisma

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

formulekaartje: 
Formules: 
  • Omtrek cirkel = diameter × π 
  • Opp cirkel = straal x straal x  π    
  • Inhoud cilinder = opp bodem × hoogte 
  • Inhoud prisma = opp bodem × hoogte 
  • Inhoud kegel = opp bodem × hoogte : 3 
  • Inhoud piramide = opp bodem × hoogte : 3  

Slide 21 - Tekstslide

Aanpak bij INHOUD berekenen 
1. Hoe heet het ruimtefiguur? Moet ik hem nog verdelen in aparte stukjes (bij een samengesteld figuur)? 
2. Welke formule hoort erbij? 
3. Heb ik alle maten in dezelfde eenheid omgerekend? 
4. Vul de formule in en reken uit. 
5. Geef antwoord op de vraag:    > waar gaat het over,   >waar moet ik op afronden,   >welke een eenheid hoort erbij?   

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

par 11-4
Inhoud piramide en kegel

Slide 24 - Tekstslide

formulekaartje: 
Formules: 
  • Omtrek cirkel = diameter × π 
  • Opp cirkel = straal x straal x  π    
  • Inhoud cilinder = opp bodem × hoogte 
  • Inhoud prisma = opp bodem × hoogte 
  • Inhoud kegel = opp bodem × hoogte : 3 
  • Inhoud piramide = opp bodem × hoogte : 3  

Slide 25 - Tekstslide

Aanpak bij INHOUD berekenen 
1. Hoe heet het ruimtefiguur? Moet ik hem nog verdelen in aparte stukjes (bij een samengesteld figuur)? 
2. Welke formule hoort erbij? 
3. Heb ik alle maten in dezelfde eenheid omgerekend? 
4. Vul de formule in en reken uit. 
5. Geef antwoord op de vraag:    > waar gaat het over,   >waar moet ik op afronden,   >welke een eenheid hoort erbij?   

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

par 11-5
Vergroten

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Vergroten
leren:
  • eerst factor (f) bepalen  (= nieuw : oud) 
  • Lengte:              oud     x   f    =  nieuw 
  • Oppervlakte:   oud      x  f   x   f   =  nieuw 
  • oppervlakte:
  • Inhoud:              oud      x  f   x  f  x  f =  nieuw
  • Inhoud:   
oudf2=nieuw
oudf3=nieuw

Slide 32 - Tekstslide

Voorbeeld:
Vraag: Wat wordt de nieuwe oppervlakte en inhoud van de bol?
Gegevens:
  • Oppervlakte bol = 45 cm2 , 
  • Inhoud bol = 35  cm3.
Deze wordt vergroot met factor 3.
  • Nieuwe opp:  45 x 3 x 3 = 405 cm2              
  • Nieuwe inhoud: 35 x 3 x 3 x3  = 945 cm3 

Slide 33 - Tekstslide