- Je kent de functies en kenmerken van aders, slagaders en haarvaten. - Je kunt de delen van het bloedvatenstelsel noemen en daarin zuurstofgehalte, glucosegehalte en stroomrichting van het bloed aangeven.
- Je kunt het voorloop van bloeddruk in de bloedvaten beschrijven.
Slide 2 - Tekstslide
Bloedvaten
Slide 3 - Tekstslide
Aderkleppen
Kleppen voorkomen terugstromen bloed
Slide 4 - Tekstslide
Het bloedvatenstelsel
Slide 5 - Tekstslide
De poortader
Slide 6 - Tekstslide
Bloeddruk
De druk die het bloed uitoefent op de wand van de bloedvaten
Slide 7 - Tekstslide
Bovendruk
Maximale druk op het moment dat de kamer samentrekken
Bloeddruk rond 120/80 mm Hg is normaal
Onderdruk
Minimale druk tijdens de hartpauze
(mm Hg = millimeters kwikdruk)
Slide 8 - Tekstslide
Hoge bloeddruk
Veroorzaakt door stress, roken, overgewicht, vaak zout eten en door aderverkalking.
Ook erfelijke factoren spelen een rol
Slide 9 - Tekstslide
Hartinfarct
Deel van het hartspier krijgt geen zuurstof/voedingsstoffen
Slide 10 - Tekstslide
Bloeddruk en stroomsnelheid
1. Er is te zien dat de bloeddruk afneemt tijdens het stromen van het bloed door de slagaders via de haarvaten naar de aders.
2. Verband stroomsnelheid bloed en totale doorsnede bij de verschillende typen bloedvaten.
3. Stroomsnelheid bloed is het laagst in haarvaten maar de totale doorsnede van dit type is het hoogst.