In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Blok 3 Week 3- Les 1
Slide 1 - Tekstslide
Doel van de les
Na deze les:
kun je de stam van een werkwoord vinden.
Kun je de stam + t regel toepassen op werkwoorden in de tegenwoordige tijd.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Op welke woorden pas je de Stam +t regel toe?
A
Op bijvoeglijk naamwoorden
B
Op werkwoorden in de verleden tijd
C
Op werkwoorden in de tegenwoordige tijd
D
Op voorzetsels
Slide 4 - Quizvraag
Welke stelling is correct? Meerdere antwoorden mogelijk!
A
Stam+t: Altijd bij tegenwoordige tijd bij hij/zij/jij/je of het.
B
Bij de ik-vorm alleen de stam in tegenwoordige tijd enkelvoud!
C
Stam+t, altijd als jij of je er achter komt.
D
Stam+t, altijd in de verleden tijd!
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de stam van het volgende woord? Vinden
A
vint
B
vind
C
vin
D
vindt
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de stam van het volgende woord? plonsen
A
plonst
B
plonsd
C
plons
D
plonz
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de stam van het volgende woord? lopen
A
lop
B
loopt
C
liep
D
loop
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Video
Dictee
Klik op de volgende sheets op de button met het speakertje om het woord te horen.
Typ dan h et woord in kleine letters
Woord 1
Woord 2
Woord 3
Woord 4
Woord 5
Woord 6
De zin
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Klik op de button om het woord te horen. Typ dan het woord in met lidwoord. Let op hoofdletters, spaties, trema's en dergelijke. Zonder lidwoord wordt het fout gerekend.
Slide 12 - Open vraag
Klik op de button om het woord te horen. Typ dan het woord in met lidwoord. Let op hoofdletters, spaties, trema's en dergelijke. Zonder lidwoord wordt het fout gerekend.
Slide 13 - Open vraag
Klik op de button om het woord te horen. Typ dan het woord in met lidwoord. Let op hoofdletters, spaties, trema's en dergelijke. Zonder lidwoord wordt het fout gerekend.
Slide 14 - Open vraag
Klik op de button om het woord te horen. Typ dan het woord in met lidwoord. Let op hoofdletters, spaties, trema's en dergelijke. Zonder lidwoord wordt het fout gerekend. .
Slide 15 - Open vraag
Klik op de button om het woord te horen. Typ dan het woord in met lidwoord. Let op hoofdletters, spaties, trema's en dergelijke. Zonder lidwoord wordt het fout gerekend.
Slide 16 - Open vraag
Klik op de button om het woord te horen. Typ dan het woord in met lidwoord. Let op hoofdletters, spaties, trema's en dergelijke. Zonder lidwoord wordt het fout gerekend.
Slide 17 - Open vraag
Klik op de button om de zin te horen. Typ dan volledig de zin in met alle leestekens. Let op hoofdletters, punten, spaties, trema's en dergelijke. Zonder leestekens wordt het fout gerekend.
Slide 18 - Open vraag
Zelfstandige verwerking
Maak Blok 3 - Week 1 - Les 1 in je boek.
Mocht je nog vragen hebben? Om 13:00 is er een verlengde instructie over de lesstof van de dag!