Lundi, le 3 octobre 2017

1vt1/1v2 Programme du cours, le 3 octobre 2017
Présents/absents
Objectifs=doelen: jij kent ABEFG - être - les nombres 0-20 + lidwoorden=les articles
Chapitre 1 - tips voor de repetitie - questions ?
lire le vocabulaire, le verbe être, les nombres
On travaille à 2,  A pose les questions, B répond puis changez de rôle
Jeu et rappel

Devoirs :  apprendre ABEFG, être, les nombres + le/la/l'=les + un une=des

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

1vt1/1v2 Programme du cours, le 3 octobre 2017
Présents/absents
Objectifs=doelen: jij kent ABEFG - être - les nombres 0-20 + lidwoorden=les articles
Chapitre 1 - tips voor de repetitie - questions ?
lire le vocabulaire, le verbe être, les nombres
On travaille à 2,  A pose les questions, B répond puis changez de rôle
Jeu et rappel

Devoirs :  apprendre ABEFG, être, les nombres + le/la/l'=les + un une=des

Slide 1 - Tekstslide

Chapitre 1 - tips voor de repetitie - questions ?

Slide 2 - Tekstslide

lire le vocabulaire
A - B -E -F -G 
ÊTRE
LES NOMBRES

Slide 3 - Tekstslide

On travaille à 2, répète !
A pose les questions, B répond puis changez de rôle
1- Comment tu t'appelles?
2- Tu as quel âge?
3- Tu parles français?
4- Tu es Anglais?
5- Tu habites où?
6- Tu es en vacances?
7- Tu as un portable?
8- Quel est ton numéro de téléphone?



1- Je m'appelle...
2- J'ai ... ans.
3- Je parle un petit peu.
4- Je suis Hollandais-e.
5- J'habite à ...
6- Non, je suis au collège.
7- Oui, j'ai un portable.
8- Mon numéro, c'est le .. .. .. .. ..

Slide 4 - Tekstslide

LES ADDITIONS (schrijf het op)
TREIZE + UN = 
CINQ + QUINZE =
SEPT + TROIS =
DEUX + TROIS =
DIX-SEPT+ DEUX =

Slide 5 - Tekstslide

???
Een tu vraag beantwoord je met ...
Een vous vraag beantwoord je met ...
Een il vraag beantwoord je met ...
Een elles vraag beantwoord je met ...

Slide 6 - Tekstslide

Wat komt na...
1 il est
2 ils sont
3 vous êtes
4 je suis
5 on est 

Slide 7 - Tekstslide

Travailler à 2 - in het Frans !!!!
Hoe snel kan je het werkwoord être hard op zeggen?
Hoe snel kan je het werkwoord être opschrijven? 

Slide 8 - Tekstslide

de lidwoorden
Jij hebt 2 soorten lidwoorden geleerd, wat is de naam van de lidwoorden in het Nederlands?

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent de/het in het Frans?

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de meervoud van ....?
la table
l'histoire
le garçon

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat betekent een in het Frans?
Wat is het meervoud van een in het Frans? ...
en de vertaling in het Nederlands? ...

Slide 13 - Tekstslide

Zet de volgende woorden in het meervoud en vertaal die in het Nederlands
1- une chaise =
2- la prof =
3- l'histoire = 
4- le livre de textes=
5- un exercice = 
6- le portable = 
7- l'activité = 

Slide 14 - Tekstslide

Hoe zeg je in het Frans ...?
  1. Ik weet het niet.
  2. Ik begrijp het niet.
  3. tot ziens.
  4. dank je wel.
  5. tot gauw.
  6. Mevrouw Martin is Frans.

Slide 15 - Tekstslide