H5.2 verbranding

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Welkom!

Ga zitten volgens de plattegrond

Pak je spullen en iPad erbij

Login bij LessonUp

Wat gaan we doen?

• Voorkennis
• Uitleg 5.2 Verbranding
• Zelfstandig
• Afsluiten

De energieomzetting in een batterij is

1. van chemische energie naar stralingsenergie
2. van zwaarte energie naar kinetische energie
3. van chemische energie naar elektrische energie
4. van elektrische energie naar chemische energie

Welke energieomzetting vinden er plaats in een gloeilamp

Welke energieomzetting vinden er plaats in een gloeilamp?

5.2 - Verbranding

Verbranding van fossiele brandstoffen

Chemische reactie

Verbranden is een chemische reactie. 

Bij verbranding zet je daarom chemische energie om in warmte en stralingsenergie.

Chemische reactie

Je spreekt van een chemische reactie wanneer:

Beginstoffen veranderen tot nieuwe stoffen (eindproducten).

Beginstof(fen) --> eindproduct(en)

verbrandingsreactie

Brandvoorwaarden

3 voorwaarden die aanwezig moeten zijn om verbranding te laten plaatsvinden:

• brandstof
• zuurstof
• ontbrandingstemperatuur

Volledige verbranding

als er voldoende zuurstof is

resultaat:
koolstofdioxide en waterdamp

Onvolledige verbranding

als er te weinig zuurstof is

resultaat:
koolstofmonoxide, roet en waterdamp

Is voor elke verbranding zuurstof nodig?

1. Ja
2. Nee

bij een verbranding verdwijnt de brandstof

1. waar
2. niet waar

zolang er maar genoeg zuurstof is blijft het vuur branden

1. waar
2. niet waar

Bij een onvolledige verbranding ontstaat er alleen koolstofdioxide

1. waar
2. niet waar

Wat heb je NIET nodig voor verbranding?

1. Zuurstof
2. Koolstofdioxide
3. Ontbrandings-temperatuur
4. Brandstof

Wat is een gevaar bij onvolledige verbranding?

1. Koolstofdioxide
2. Koolstofmonoxide
3. Stikstofdioxide
4. Stikstofmonoxide

Bij volledige verbranding ontstaat:

1. Zuurstof en brandstof
2. Stikstof
3. Koolstofdioxide en waterdamp
4. Vuur en rook

Aan de slag!

Maken:

13 t/m 19 + 22, 24

Klaar? In stilte even iets voor jezelf doen op de iPad.

In deze les;

1. er je de 3 vormen van warmtetransport 
   
2. leer je hoe je warmtetransport tegen kunt gaan

Warmte

Warmte is een vorm van energie. 

Deze energie kan zich verplaatsen. 

Het verplaatsen van energie noem je warmtetransport. 

Warmtetransport

Geleiding:

warmtetransport door een vaste stof
, 

het 'pakketje' wordt van de ene molecuul naar de andere doorgegeven.

Stroming:

warmtetransport door een vloeistof of een gas
,

het 'pakketje' wordt door de molecuul meegenomen naar een andere plek

Straling:

hiervoor is geen tussenstof nodig

het 'pakketje' wordt gegooid

Wat is GEEN vorm van warmtetransport

1. Geleiding
2. Isoleren
3. Straling
4. Stroming

In welke fase kan warmtetransport door geleiding het gemakkelijkst plaatsvinden?

1. vast
2. vloeibaar
3. gas

In welke fase kan warmtetransport door stroming het gemakkelijkst plaatsvinden?

1. vast
2. vloeibaar
3. gas

In een fluitketel gaat de warmte door het water van onder naar boven.
Dit gebeurt door...

1. Straling
2. Stroming
3. Geleiding

het warm aanvoelen van een beker hete thee is een voorbeeld van

1. geleiding
2. stroming
3. straling

In een koekenpan gaat de warmte van de buitenkant naar de binnenkant.

1. Straling
2. Stroming
3. Geleiding

Het voelen van de warmte als je voor een oven staat is een vorm van warmtetransport door

1. geleiding
2. stroming
3. straling

het transport van warmte met behulp van water in een cv systeem is een voorbeeld van

1. geleiding
2. stroming
3. straling

Als je bij een kampvuur zit, welke vorm van warmtetransport houdt je dan lekker warm

1. Straling
2. Stroming
3. Geleiding

De zon brengt warmte naar de aarde door..?

1. Geleiding
2. Straling
3. Stroming

De radiator geeft warmte af door...

1. Straling
2. Stroming
3. Straling en stroming
4. Straling, stroming en geleiding

Aan de slag!

Maken:

Klaar? In stilte even iets voor jezelf doen op de iPad.