In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Beeldende begrippen of
Aspecten van de vormgeving
Begrippen (woorden/aspecten) die je gebruikt om uit te leggen hoe een beeld (=een schilderij, gebouw, foto, gebouw enz.) opgebouwd of vorm gegeven is.
(Kunstbeschouwing - kunstgeschiedenis)
Slide 1 - Tekstslide
Beeldende begrippen
COMPOSITIE
Slide 2 - Tekstslide
Compositie
Compositie is een ander woord voor ordening of vlakverdeling. Waar zet je wat in het beeld?
In de muziek maakt een componist met losse muzieknoten composities.
Een kunstenaar zet ook losse onderdelen bij elkaar.
Slide 3 - Tekstslide
Is dit een centrale compositie?
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quizvraag
1. Centrale compositie
Bij een centrale compositie staat het belangrijkste element in het midden van het beeldvlak. Je oog wordt direct naar 1 onderdeel van een (kunst)werk getrokken.
Slide 5 - Tekstslide
2. Over-all compositie
Een overall compositie houdt in dat de beeldelementen zonder enige rangorde op het beeldvlak geplaatst zijn.
Overall is iets te zien.
Slide 6 - Tekstslide
Wat voor compositie is dit?
A
Centrale compositie
B
Over-all compositie
C
Geen van beide
Slide 7 - Quizvraag
3. Diagonale compositie
Bij een diagonale compositie kan je een denkbeeldige diagonale lijn trekken langs de belangrijkste elementen van de compositie.
Slide 8 - Tekstslide
4. Driehoeks compositie
Een driehoekscompositie heeft de belangrijkste elementen in de vorm van een al dan niet zichtbare driehoek staan.
Slide 9 - Tekstslide
Hoe heet deze compositie vorm?
Slide 10 - Open vraag
5. Horizontale compositie
Bij een horizontale compositie kan je een denkbeeldige horizontale lijn (van links naar rechts) leggen langs de belangrijkste elementen van de compositie.
Slide 11 - Tekstslide
6. Verticale compositie
Bij een verticale compositie kan je een denkbeeldige verticale lijn (van boven naar beneden) leggen langs de belangrijkste elementen van de compositie.
Slide 12 - Tekstslide
Hoe heet deze compositie vorm?
A
Centrale compositie
B
Verticale compositie
C
Horizontale compositie
D
Over-all compositie
Slide 13 - Quizvraag
7. Statische compositie
De compositie is rustig en er worden vaak verticale en horizontale vormen en of houdingen voor gebruikt. De compositie oogt stijfjes.
Slide 14 - Tekstslide
8. Dynamische compositie
De compositie lijkt beweeglijk. Er worden vaak diagonale vormen en of houdingen in gebruikt.
Slide 15 - Tekstslide
8. Symmetrische compositie
De compositie heeft een denkbeeldige lijn(horizontaal, verticaal, diagonaal) waarin het beeld gespiegeld is
Slide 16 - Tekstslide
8. Asymmetrische compositie
De compositie heeft geen symmetrisch karakter, er is geen symmetrie te zien.