1. In onze straat wordt een verkeersdrempel aangelegd en huizen gebouwd.
2. De hond werd voortdurend gepest en ten slotte ziek.
3. Stripverhalen interesseren me niet en lees ik dus niet.
4. Zij wordt verpleegkundige en in Nijmegen opgeleid.
5. Zijn broek kost 80 euro en vind ik niet mooi.
6. Kees slaat de voetbalwedstrijd gade en zijn vriend op zijn schouder op het moment dat de bal in het doel vliegt.
7. De rector heeft de leerling op spijbelen betrapt en een berisping gegeven