Les 1: je weet welke doelen een schrijver kan hebben met een tekst (informeren, instructie geven, overtuigen, activeren, amuseren, beschouwen).
Les 2: Je weet hoe je het onderwerp (kort en krachtig) en de hoofdgedachte (boodschap van de tekst) in een tekst kunt vinden (titel, inleiding en/of slot).
Les 9: Je weet hoe je met een goede zinsbouw duidelijke zinnen schrijft.
Les 10: Je weet hoe je met duidelijke woorden helder schrijft.