1hv - Ch 3 - herh grammatica
1 / 17
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Réponds en néerlandais:
- C'est quoi, le but?
- Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
kies onderwerpen die je moeilijk vindt
geef duidelijke uitleg
La tente est confortable.
C'est .... grande tente.
C'est .... grande tente.
A
un
B
une
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
ik heb
jij hebt
hij / zij heeft
wij hebben
jullie hebben / u heeft
zij hebben
vous avez
il / elle a
j'ai
ils / elles ont
tu as
nous avons
Slide 10 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Marie et Paul (adorer) ........ les frites
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Maak de zin ontkennend.
Elle aime le fromage?
Elle aime le fromage?
Slide 12 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Antwoord ontkennend.
C'est bon?
C'est bon?
A
Non, ce ne pas est bon.
B
Non, c'est ne pas bon.
C
Non, ce n'est pas bon.
D
Non, ne pas c'est bon.
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Tekst
suis
es
est
sommes
êtes
sont
ÊTRE
je
nous
tu
il
ils
vous
Slide 14 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Elle a un ami. ..... ami, c'est Paul.
A
son
B
sa
C
ses
D
ton
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
- thuis max kwartier
- WAAROM echt doen? nodig voor les morgen!
Slide 17 - Tekstslide
Woorden op het bord zetten:
le matin
l'après-midi
porter (un uniforme)
rentrer
