Fryske Quiz
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Yn hokker plakken stiet in iishal?
Slide 2 - Open vraag
Wat is in rôffûgel?
A
een valk
B
een trekvogel
C
een roofvogel
D
een trekschuit
Slide 3 - Quizvraag
wat is in wjirm?
A
worm
B
woning
C
wegwerpdoekje
D
woord
Slide 4 - Quizvraag
Is Drachten een stad? Ja of Nee?
Slide 5 - Open vraag
Van welke stad noemen ze de inwoners 'ouwe seunen'?
Slide 6 - Open vraag
De Oldehove zakte scheef en men is toen gestopt met bouwen. Het is dus een niet afgebouwde toren. Klopt deze bewering?
Slide 7 - Open vraag
Wat is de Fryske namme foar "Hindeloopen" ?
A
Hinderinnen
B
Hynde
C
Hilpen
D
Hylpen
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de meest noordelijke stad van Friesland?
A
Dokkum
B
Franeker
C
Leeuwarden
D
Stavoren
Slide 9 - Quizvraag
Oud Frysk en Oud Engels lijkt erg op elkaar. Ja of Nee?
Slide 10 - Open vraag
Wat is in earrebarre?
A
een zwaan
B
een ooievaar
C
een nijlgans
D
een specht
Slide 11 - Quizvraag
Welke voornaam is niet Frysk?
A
Sjoerd
B
Hadewych
C
Wolfgang
D
Jitske
Slide 12 - Quizvraag
Welke voornaam is typisch Frysk?
A
Mischa
B
Willem
C
Joop
D
Teade
Slide 13 - Quizvraag
Bernewein........ vertaal dit woord!
Slide 14 - Open vraag
Welke plaats ligt het meest oostelijk in onze provincie?
A
Burgum
B
Appelscha
C
Heerenveen
D
Oudemirdum
Slide 15 - Quizvraag
wat betekent 'tramtearje' ?
A
kietelen
B
schudden
C
springen
D
irriteren
Slide 16 - Quizvraag
Is de Achmeatoren het hoogste gebouw in Friesland?
Slide 17 - Open vraag
Wat is in strânljip?
A
een strandbed
B
een zandpad
C
een kievit
D
een scholekster
Slide 18 - Quizvraag
Welke sporter is Fries?
A
Max Verstappen
B
Epke Zonderland
C
Noa Lang
D
Jutta Leerdam
Slide 19 - Quizvraag
Wat betsjut it wurd ' sloech' ?
A
sluw
B
slordig
C
moe
D
slim
