iNTRO klas 2H les 2
1 / 48
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
LessonUp werkt goed in de lessen.
A
Ja, absoluut!!!
B
Nee
C
Is niet bewezen
D
Wat een onzin
Slide 10 - Quizvraag
Heb je tot nu toe vragen over de les? Stel ze hier!
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Wat weten jullie over
Duitsland?
Duitsland?
Slide 13 - Woordweb
Slide 14 - Tekstslide
Een Duitser vond ................... uit.
A
televiesietoestel
B
gummybeertjes
C
voetbal
D
smeerkas
Slide 15 - Quizvraag
.................. is bij uitstek de populairste sport in Duitsland.
A
Voetbal
B
Zwemmen
C
Golf
D
Autorace
Slide 16 - Quizvraag
Hoeveel inwoners heeft Duitsland ongeveer?
A
77 miljoen
B
82 miljoen
C
91 miljoen
D
103 miljoen
Slide 17 - Quizvraag
Hoeveel mensen in Europa hebben Duits als moedertaal?
A
100 miljoen
B
82 miljoen
C
90 miljoen
D
120 miljoen
Slide 18 - Quizvraag
Wat is NIET typisch Duits?
A
poffertjes
B
bier
C
braadworst
D
bretzel
Slide 19 - Quizvraag
Welk automerk is Duits?
A
KIA
B
Mitsubishi
C
Volkswagen
D
Ford
Slide 20 - Quizvraag
Hoeveel buurlanden heeft Duitsland?
A
4
B
5
C
11
D
9
Slide 21 - Quizvraag
Hoeveel provincies (= Bundesländer) heeft Duitsland?
A
14
B
12
C
16
D
10
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de hoofdstad van Duitsland?
A
Köln
B
Hamburg
C
Berlin
D
München
Slide 23 - Quizvraag
Van boven naar beneden is de Duitse vlag:
A
Zwart – goud - rood
B
Zwart – rood - goud
C
Goud – rood - zwart
D
Rood – zwart - goud
Slide 24 - Quizvraag
Met welke munt betaalde men vroeger in Duitsland (voor de euro dus)?
A
Mark
B
Frank
C
Pond
D
Schilling
Slide 25 - Quizvraag
Wie is/was NIET getrouwd met een Duitser?
A
Koningin Juliana
B
Koningin Beatrix
C
Koningin Wilhelmina
D
Koning Willem-Alexander
Slide 26 - Quizvraag
Hoe heet de snelweg in het Duits?
A
Autobahn
B
Schnellweg
C
Fahrbahn
D
Autoweg
Slide 27 - Quizvraag
Hoe heet deze mevrouw?
A
Marine Le Pen
B
Angela Merkel
C
Alberta Braun
Slide 28 - Quizvraag
Welk gebouw zie je hier?
A
der Fernsehturm
B
das Brandenburger Tor
C
der Bundestag
D
der Berliner Dom
Slide 29 - Quizvraag
Wat is geen Duitse stad?
A
Stuttgart
B
Wenen
C
Aachen
D
Hamburg
Slide 30 - Quizvraag
Welke rivier stroomt door Nederland en Duitsland?
A
Maas
B
Donau
C
Rijn
Slide 31 - Quizvraag
Wat is de telefooncode van Duitsland?
A
+31
B
+42
C
+49
D
+52
Slide 32 - Quizvraag
Duitsland heeft
A
een koning
B
een president
Slide 33 - Quizvraag
Wat is het hoogste cijfer dat je in Duitsland op school kunt halen?
A
6
B
1
C
10
D
5
Slide 34 - Quizvraag
Okterberfest is ………..
A
een soort Koniginnedag in heel Duitsland
B
een groot volksfeest in München.
C
een bekende carnavalsoptocht in Keulen
D
een schoolfeest
Slide 35 - Quizvraag
'bellen' betekent in het Duits ...........
A
blaffen
B
roepen
C
schreeuwen
D
huilen
Slide 36 - Quizvraag
Welk supermarktketen vind je NIET in Duitsland?
A
ALDI
B
Jumbo
C
Edeka
D
Lidl
Slide 37 - Quizvraag
De meest voorkomende Duitse achternaam is .................
A
Jansen
B
Meier
C
Schmidt
D
Müller
Slide 38 - Quizvraag
Wat krijg je als je in Duitsland een Frikadelle bestelt?
A
een braadworst met saus
B
een soort gehaktbal
C
een broodje kroket
D
een frikandel met mayo curry en uitjes
Slide 39 - Quizvraag
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Tekstslide
Slide 43 - Tekstslide
Slide 44 - Tekstslide
Slide 45 - Tekstslide
Slide 46 - Tekstslide
Slide 47 - Tekstslide
Beschreibe kurz was du heute gelernt oder wiederholt hast.
