3.2 en 3.3.

Aan het einde van de les weet ik veel meer over de cultuur van de oude Grieken.
Aan het einde van de les weet ik hoe het bestuur in Athene is geregeld.
Aan het einde van de les weet ik hoe Rome van een dorpje een wereldrijk werd
Aan het einde van de les weet ik hoe de mensen in Rome leefden
3.2 en 3.3

Indien nodig verlengde instructie aan instructietafel

Maken 3.2 en 3.3. welke opdrachten hoor je later

Kan ik antwoord geven op het doel?
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Aan het einde van de les weet ik veel meer over de cultuur van de oude Grieken.
Aan het einde van de les weet ik hoe het bestuur in Athene is geregeld.
Aan het einde van de les weet ik hoe Rome van een dorpje een wereldrijk werd
Aan het einde van de les weet ik hoe de mensen in Rome leefden
3.2 en 3.3

Indien nodig verlengde instructie aan instructietafel

Maken 3.2 en 3.3. welke opdrachten hoor je later

Kan ik antwoord geven op het doel?

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
Grieken en Romeinen
Griekse goden
Mythen en andere godenverhalen
Mythe van de Mynotaurus is voorgelezen

Slide 2 - Tekstslide

Het Romeinse Rijk


3.2. Van dorpje tot wereldrijk

Slide 3 - Tekstslide


De Romeinse Republiek
(509 v. Chr. - 27 v. Chr.)

  • Rome is eerst onderdeel van een koninkrijk
  • De laatste koning wordt verdreven
  • De Romeinen besluiten om Rome zélf te gaan besturen.

Slide 4 - Tekstslide

De Romeinse Republiek
De republiek wordt bestuurd door de senaat ('raad van ouderen'). Dit waren rijke Romeinen.

  • Het volk kiest elk jaar 2 leiders: consuls

  • Zij voerden de besluiten van de senaat uit.

  • Dus geen democratie

Slide 5 - Tekstslide


Het Romeinse Rijk groeit!

  • Wat begon als een kleine stad groeit in een paar eeuwen uit tot een enorm rijk.
  • Legeraanvoerders, zoals Julius Caesar, veroveren grote delen van Europa.
  • Op deze kaart zie je de veroveringen tussen 500 v. Chr. tot ongeveer 40 v. Chr.
  • Goede wegen, een sterk leger en de limes zorgen voor veiligheid
  • Limes? komt in volgende dia

Slide 6 - Tekstslide


Limes


Na de dood van Ceasar veroveren de Romeinen de laatste gebieden van hun enorme rijk. Ze maakten vaak gebruik van natuurlijke grenzen zoals: zeeën, rivieren, bergen en woestijnen.
Maar als het nodig is bouwden ze een versterkte grens met wachttorens en forten. Zo'n grens heet limes

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide


Alle wegen leiden naar Rome

In hun hele rijk leggen de Romeinen verharde wegen (via) aan. 
Hierdoor kan niet alleen het Romeinse leger snel in alle uithoeken van het rijk zijn, maar ook handel wordt hierdoor makkelijker.

En inderdaad: in die tijd, alle wegen leiden écht naar Rome!

Slide 9 - Tekstslide

Straks video fragment:
Beantwoord daarna deze vragen

Hoe werd je keizer?

Wat waren je taken als keizer?
Hoe zorgden keizers dat ze aan de macht bleven?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Aan de slag deel 1:


Maken opgave 3, 4, 5, 6, 8 en 9 
WB: blz. 38 en 39
HB: blz. 38 en 39

Klaar --> Laten zien en daarna zelfstandig nakijken



timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

Het Romeinse Rijk


3.3. Het leven in Rome

Slide 13 - Tekstslide


Julius Caesar wordt vermoord
44 v. Chr.



  • Julius Caesar wordt steeds machtiger. 
  • Tegenstanders denken dat Caesar zelfs koning wil worden: ze moeten hem tegenhouden!
  • In de Senaat wordt Caesar door andere senatoren vermoord.

Slide 14 - Tekstslide


Caesar Augustus
27 v. Chr. - 14 n. Chr.


  • Zoon van.....
  • Augustus neemt wraak en zorgt voor rust en vrede.
  • De senaat bedankt hem hiervoor en geeft de titel Augustus ('de verhevene') te geven. 
  • Augustus wordt de eerste keizer van het Romeinse Rijk.

Slide 15 - Tekstslide



Grieken en Romeinen



  • De Romeinen namen veel over van de Grieken.
  • Ze hadden dezelfde goden, maar gaven ze gewoon een andere naam (Zeus werd Jupiter en Poseidon werd Neptunus)
  • Voor de bouwkunst keken ze ook naar de Griekse voorbeelden.

Slide 16 - Tekstslide



Rome


  • Een enorme stad in de oudheid! De meeste mensen leven op het platteland. Toch heeft de stad Rome rond het jaar 100 n. Chr. ongeveer 1 miljoen mensen
  • Vooral dankzij beton konden er indrukwekkende bouwwerken gemaakt worden.
  • Voorbeelden in de volgende dia's

Slide 17 - Tekstslide


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Het Forum Romanum (Romeins marktplein) was het centrum van Rome voor politiek, handel en rechtspraak.
Het Colosseum  was het grootste amfitheater van het Romeinse Rijk.
Het Circus Maximus was een groot stadion in Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen.
Dit schaalmodel werd vanaf 1933 in 37 jaar gemaakt. Het is Rome rond 300 na Christus. 
Om voldoende drinkwater in Rome te hebben, gebruikten de Romeinen aquaducten om water uit de bergen vervoeren (naar grote waterbassins). Dit is het Aqua Claudia.
Het Pantheon was gebouwd als tempel. Tegenwoordig is het één van de meest bezochte toeristische attracties in Rome. Een bijzonder kenmerk van het gebouw is de koepel met een gat (oculus, oog) erin.

Slide 18 - Tekstslide

Het Colosseum heet eigenlijk Amphitheatrum Flavium. Het was het grootste amfitheater van het Romeinse Rijk.
Colloseum:

Slide 19 - Tekstslide

Net als bij een modern stadion was (een deel van) de tribune overdekt met zonneschermen (velarium). Soms waren er de hele dag spelen, en dan moet je wel bescherming kunnen zoeken tegen de zon.
Er konden ongeveer 50.000 toeschouwers plaats nemen in het Colosseum.
Vlakbij het Colosseum lagen vier gladiatorenscholen. Eén van deze scholen stond met een ondergrondse gang in verbinding met het Colosseum.
Behalve gladiatorengevechten zijn er bij de opening ook zeeslagen nagespeeld. De arena werd dan gevuld met miljoenen liters water, en schaalmodellen van de schepen speelden de zeeslag dan na.
De loge van de Keizers
In de catacomben onder de arena-vloer wachtten de gladiatoren en de wilde dieren tot ze mogen vechten.

Slide 20 - Tekstslide

Het wagenrennen was levensgevaarlijk. Snelheden van meer dan 70 km/u kwamen voor, en in de smalle bochten was het dringen geblazen. Het publiek vond het prachtig. Overigens ook om met elkaar op de vuist te gaan: als hun renner niet had gewonnen, gingen hooligans met elkaar in gevecht.

Slide 21 - Tekstslide

Aquaducten en wegen: romeinse uitvinding

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag deel 2

Maken opgave 
3,4 b mag je overslaan, 5, 8 en 9
WB: blz. 40 en 41
HB: blz. 40 en 41
Klaar --> Laten zien en daarna zelfstandig nakijken

Bij goed gewerkt en tijd over: quizvragen



timer
20:00
Huiswerk voor dond 13 feb:
5, 6, 8, 9 van 3.2
en
3, 4a, 5, 8, 9 van 3.3

Slide 23 - Tekstslide

Wie heeft de macht in de Republiek Rome?
A
De senaat
B
De koning
C
De consuls
D
Het volk

Slide 24 - Quizvraag

Waarom waren de wegen belangrijk voor de Romeinen?
A
Zo kon het leger zich snel verplaatsen
B
Het was goed voor de handel
C
Anders konden mensen niet in Rome komen
D
Om indruk te maken op andere volken

Slide 25 - Quizvraag


Wat is de Romeinse limes?
A
Een Romeins fort
B
De grens van het Rijk
C
Een Romeinse wachttoren
D
De muur van de stad Rome

Slide 26 - Quizvraag

In veel boeken over de Romeinen wordt regelmatig gesproken over: Imperium Romanum.

Wat zou dit kunnen betekenen?
A
Romeinse Leiders
B
Romeinse Tijd
C
Romeinse Vrede
D
Romeinse Rijk

Slide 27 - Quizvraag

Hoe heet het bekende bouwwerk waar ze water door transporteren?
A
Donaldduck
B
Brug
C
Aquaduct
D
Triomfboog

Slide 28 - Quizvraag


De spelen vonden
plaats in ....
A
een villa
B
de senaat
C
het amfitheater
D
het badhuis

Slide 29 - Quizvraag

Waar staat het bekendste Amfitheater? ( het Colosseum)
A
Athene
B
Rome
C
Milaan
D
Parijs

Slide 30 - Quizvraag