Taalverzorging 3F Herhaling werkwoordspelling les 2
Leerdoelen vorige les
Aan het einde van de les:
Hebben we alle onderdelen herhaald en geoefend:
- Tegenwoordige tijd
- Verleden tijd
- Voltooid deelwoord
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2
In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Leerdoelen vorige les
Aan het einde van de les:
Hebben we alle onderdelen herhaald en geoefend:
- Tegenwoordige tijd
- Verleden tijd
- Voltooid deelwoord
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het einde van de les:
Hebben we alle onderdelen herhaald en geoefend:
- Tegenwoordige tijd
- Verleden tijd
- Voltooid deelwoord
Nieuw: Engelse werkwoorden en onregelmatige werkwoorden
Slide 2 - Tekstslide
Wat betekent de afkorting:
VT
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooid deelwoord
D
Niets
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting:
VD
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooid deelwoord
D
Niets
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting:
TT
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooid deelwoord
D
Niets
Slide 5 - Quizvraag
Werkwoord
PV?
Slide 6 - Tekstslide
Tegenwoordige tijd
Alles wat NU gebeurt...
Afkorting: TT
Ik vorm
Ik- vorm + T
Hele werkwoord
Leren
TT
VT
Ik
vind
Jij/ je/ u
vind + T
Hij/ zij
vind + T
Wij
vinden
Jullie
vinden
Zij
vinden
Slide 7 - Tekstslide
Goed of fout?
Jij wandelt naar de winkel.
A
Goed
B
Fout
Slide 8 - Quizvraag
Goed of fout?
Wandel jij naar de winkel?
A
Goed
B
Fout
Slide 9 - Quizvraag
Goed of fout?
Fietst jij naar huis?
A
Goed
B
Fout
Slide 10 - Quizvraag
Werkwoord
PV?
TaXiKoFSCHiP
TaXiKoFSCHiP
TaXiKoFSCHiP
Slide 11 - Tekstslide
Verleden tijd
Alles wat IS gebeurt...
Afkorting: VT
Sterk of zwak?
Zwak - ik vorm
TaXiKoFSCHiP
Ik-vorm + te(n)/ de(n)
Leren
TT
VT
Ik
Leer
Leerde
Jij/ je/ u
Leer + T
Leerde
Hij/ zij
Leer + T
Leerde
Wij
Leren
Leerden
Jullie
Leren
Leerden
Zij
Leren
Leerden
Slide 12 - Tekstslide
Goed of fout?
Als de laatste letter van de ik-vorm in het TaXiKoFSCHIP staat, schrijf je DE(N)
A
Goed
B
Fout
Slide 13 - Quizvraag
Goed of fout?
De klinkers tellen niet mee in het TaXiKoFSCHiP?
A
Goed
B
Fout
Slide 14 - Quizvraag
Werkwoord
PV?
TaXiKoFSCHiP
TaXiKoFSCHiP
TaXiKoFSCHiP
Voltooid deelwoord
Slide 15 - Tekstslide
Voltooid deelwoord
Alles wat is AFGEROND
Afkorting: VD
We hebben.......?
Sterk of zwak?
Zwak - TaXiKoFSCHiP
Ik-vorm + te(n)/ de(n)
Slide 16 - Tekstslide
Wat is het voltooid deelwoord van varen?
A
gevaard
B
gevaren
C
gevoert
D
gevoeren
Slide 17 - Quizvraag
De zeppelin heeft boven onze stad (zweven)
A
gezweeft
B
gezweefd
C
gezweefdt
D
gezwoven
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het voltooid deelwoord van 'snuiten'?
Slide 19 - Open vraag
Regelmatige werkwoorden
Regelmatige werkwoorden
blijven dezelfde klank houden.
Dit zijn zwakke werkwoorden.
Ze veranderen niet!
Aaien
TT
VT
Ik
Aai
Aaide
Jij/ je/ u
Aai + T
Aaide
Hij/ zij
Aai + T
Aaide
Wij
Aaien
Aaiden
Jullie
Aaien
Aaiden
Zij
Aaien
Aaiden
Slide 20 - Tekstslide
Onregelmatige werkwoorden
Onregelmatige werkwoorden
krijgen een andere klank.
Dit zijn sterke werkwoorden.
Ze veranderen!
Lopen
TT
VT
Ik
Loop
Liep
Jij/ je/ u
Loop + T
Liep
Hij/ zij
Loop + T
Liep
Wij
Lopen
Liepen
Jullie
Lopen
Liepen
Zij
Lopen
Liepen
Slide 21 - Tekstslide
https:
Slide 22 - Link
Bijzondere onregelmatige werkwoorden
Bijzondere onregelmatige
werkwoorden krijgen een
andere klank/woord.
Dit zijn sterke werkwoorden.
Ze veranderen!
Zijn
TT
VT
Ik
Jij/ je/ u
Hij/ zij
Wij
Jullie
Zij
Slide 23 - Tekstslide
Bijzonder onregelmatig werkwoord:
ZIJN in de TT
Sleep de juiste vakjes naar elkaar.
Ik
Jij/ je
Hij/ zij/ het
Wij
Jullie
Zij
Ben
Bent
Is
Zijn
Zijn
Zijn
Slide 24 - Sleepvraag
Bijzonder onregelmatig werkwoord:
ZIJN in de VT
Sleep de juiste vakjes naar elkaar.
Ik
Jij/ je
Hij/ zij/ het
Wij
Jullie
Zij
Waren
Waren
Was
Was
Waren
Was
Slide 25 - Sleepvraag
Werkblad - rijtjes
Er zijn 6 veel voorkomende bijzondere onregelmatige werkwoorden:
Zijn - kunnen - hebben - zullen - mogen - willen
Deze werkwoorden hebben ook (deels) afwijkende vormen in de tegenwoordige tijd (zoals kan, is en heeft) en ook de verleden tijd is niet altijd voorspelbaar (zoals wou, was en mocht).
Slide 26 - Tekstslide
Engelse werkwoorden
Dezelfde regels als bij Nederlands.
Het ziet er soms raar uit, maar toch kan het goed gespeld zijn!!
Denk aan: Zij datet met hem.
Pas op: het moet wel met de goede 'Engelse klank' uitgesproken worden.
Gebruik weer het sexy fokschaap! Dus: chillen, hij childe, gechild. Crossen, hij croste, gecrost.
Slide 30 - Tekstslide
Engelse werkwoorden met toonloze -e
Werkwoorden die in het Engels eindigen op een -e (saven, racen, copy-pasten, etc.) houden deze -e ook in de stam. Hij savet, hij racet. Ook bij de verleden tijd: hij savete, hij racete.
Slide 31 - Tekstslide
Engelse werkwoorden die je altijd goed vervoegt:
Werkwoorden die in het Engels eindigen op -s of -f of -ge mogen met een d of een t vervoegd in de verleden tijd of bij het voltooid deelwoord.
Dus: leasen: ik leasete, ik leasede = allebei goed
golfen: ik golfte, ik golfde = allebei goed
bridgen: ik bridgede, ik bridgete = allebei goed
Slide 32 - Tekstslide
Engelse woorden voltooid deelwoord die er raar uitzien:
Engels: deleted. Nederlands: gedeletet
Engels: stressed. Nederlands: gestrest
Engels: updated. Nederlands: geüpdatet
Slide 33 - Tekstslide
Vorig jaar ........ (backpacken) Monique en Carla de hele zomer door Thailand.
timer
0:30
A
Backpackden
B
Backpackde
C
Backpackten
D
Backpackte
Slide 34 - Quizvraag
Hij ....... (deleten) gisteren al zijn bestanden van zijn laptop.
timer
0:30
A
delette
B
deletete
C
Deletde
D
Deleteten
Slide 35 - Quizvraag
Wat is het voltooid deelwoord van chillen
A
gechild
B
gechilt
C
gechilld
D
gechillt
Slide 36 - Quizvraag
Wat is het voltooid deelwoord van recyclen?
A
gerecycled
B
gerecyclet
Slide 37 - Quizvraag
Mijn zus heeft haar navel (piercen)
A
gepiercd
B
gepierct
C
gepierced
D
gepiercet
Slide 38 - Quizvraag
Wat is het voltooid deelwoord van 'deleten'.
Slide 39 - Open vraag
Hij heeft zijn hele tekst (copy-pasten)
A
gecopy-paste
B
gecopy-pasted
C
gecopy-pastet
D
copy-gepaste
Slide 40 - Quizvraag
Wat is het voltooid deelwoord van faxen?
A
gefaxt
B
gefaxd
C
gefaxet
D
gefaxed
Slide 41 - Quizvraag
Het voltooid deelwoord van mixen is dan dus...
A
gemixed
B
gemixt
C
gemixd
D
gemixet
Slide 42 - Quizvraag
De teamleden ..... ..(brainstormen) eerder vandaag over het skills heroes evenement.
timer
0:30
A
brainstormde
B
brainstormden
C
brainstormen
D
vlogd
Slide 43 - Quizvraag
Schrijf het voltooid deelwoord van de werkwoorden breakdancen / downloaden / upgraden op.